Brief nav het supplementenverbod inzake klinische biologie aan gehospitaliseerde patiënten (02/08/2011)

02.08.2011

Naar aanleiding van een recente uitspraak van het Hof van Cassatie waarbij het verbod op ereloonsupplementen inzake verstrekkingen voor klinische biologie voor gehospitaliseerde patiënten wordt opgelegd, reageert Dr. Marc Moens, voorzitter van de BVAS, secretaris-generaal van het VBS en secretaris van de Belgische beroepsvereniging der geneesheren-specialisten in medische biopathologie in onderstaande brief. U kan de volledige brief hier raadplegen.

De meeste klinisch biologen zijn op de hoogte van de jarenlange strijd die de BVAS en het VBS voeren met de mutualiteiten aangaande de aanrekening van bovenvermelde supplementen. Vermits er vandaag slechts 21 (van de 659 bij het RIZIV als beroepsactief geregistreerde) artsen-klinisch biologen gedeconventioneerd zijn, draait de discussie vooral om supplementen die volgens het akkoord artsen-ziekenfondsen en volgens de wet door alle artsen specialisten mogen aangerekend worden aan patiënten verblijvend op eenpersoonskamers. Het vragen van een eenpersoonskamer wordt als een “bijzondere eis” vanwege de patiënt beschouwd.

In januari 2008 trachtte het Landelijk Intermutualistisch College via een schrijven gericht aan minister L. Onkelinx de situatie te kunnen wijzigen door haar een voorstel van wetswijziging te suggereren dat supplementen voor verstrekkingen klinische biologie definitief zou verbieden. De BVAS en het VBS hebben dit slinkse manoeuvre weten af te slaan.

Een recent arrest van 3 juni 2011 van het Hof van Cassatie brengt deze aangelegenheid in een stroomversnelling. Dit nauwelijks geargumenteerd arrest stelt immers: “Uit deze bepalingen volgt dat het verbod op ereloonsupplementen geldt voor de verstrekkingen inzake klinische biologie, ongeacht of de tegemoetkoming geheel ofwel gedeeltelijk forfaitair wordt betaald”.

Dergelijk nietszeggend en ongemotiveerd arrest kan het dossier niet definitief beslechten. Wij baseren ons op een uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg van Gent d.d. 14 oktober 2010, die in een uitdrukkelijke motivering heeft gesteld dat er wel degelijk supplementen mogen worden aangerekend voor prestaties klinische biologie op het niet via forfaitaire honoraria vergoede gedeelte van 25%.

Bijkomend weten wij ons gesteund door het akkoordensysteem, waarin het principe van de vrijheid van honoraria als uitgangspunt is opgenomen, zoals het ook uitdrukkelijk wordt vermeld in het basis-KB nr. 78 van 10.11.1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en nog door de wetswijziging van 13.12.2006 aan de gecoördineerde ziekenhuiswetgeving, die dit principe bevestigt.

Begin 2008 hadden we minister Onkelinx er ook op gewezen dat §6 van het artikel 57 van de GVU-wet , waar het Hof van Cassatie foutief zijn vonnis
op baseert, bij zijn introductie in 1987 bedoelde dat er geen remgelden mochten worden gevraagd op de forfaitaire honoraria. Het ging toen helemaal niet over supplementen.

Volgens de BVAS en het VBS zijn er dus geen redenen voorhanden om te spreken van een gewijzigde situatie.

Als u, Geachte Collega, tot nog toe supplementen klinische biologie aanrekende, stellen wij voor dat u dat blijft doen. Uiteraard laten wij die afweging aan uw oordeel over. Wij hebben van collegae vernomen dat de Christelijke Mutualiteiten sinds begin juli 2011 een actie begonnen zijn om de aangerekende supplementen terug te vorderen. Wij suggereren om niet over te gaan tot terugbetaling.

Indien u wordt geconfronteerd met gerechtelijke procedures of intimidaties vanwege de mutualiteiten wanneer u weigert de reeds geïnde supplementen terug te betalen of wanneer u het aanrekenen van deze supplementen voortzet, dan vragen wij u om contact op te nemen met ons.

Het VBS en de BVAS zullen de nodige juridische en logistieke steun geven om deze onaanvaardbare discriminatie van de klinisch biologen te bekampen, om u van de nodige replieken te voorzien en om u zo nodig voor de rechtbanken te verdedigen.

Bovendien zou dit onwaardig arrest van het Hof van Cassatie ook kwaadwillig kunnen worden uitgebreid naar de medische beeldvorming (door toepassing van het artikel 69 §1 van de GVU-wet ) en zelfs tot andere medische prestaties .




Dr. Marc MOENS,
Voorzitter BVAS,
Secretaris-generaal VBS,
Secretaris Belgische beroepsvereniging der geneesheren-specialisten in medische biopathologie

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht