Het VOS tegen wil en dank : persbericht BVAS dd. 06/04/2010

06.04.2010


Het VOS (Voorschrift Op Stofnaam) kan een antwoord bieden voor een acute behandeling, in dringende gevallen, net voor de apotheker zijn deur gaat sluiten. Maar het VOS is zeker niet geschikt bij voorschriften voor chronische behandelingen.

In 2005, bij het toelaten van het VOS, hebben heel wat apothekers dit aanzien als een signaal voor substitutie. Hierdoor werden heel wat therapeutische ongevallen veroorzaakt, gelukkig niet allemaal met schadelijke gevolgen. De meest frequente ongevallen gebeuren door verwarring. Een patiënt die twee generieken van hetzelfde product heeft gekregen, ze allebei inneemt en zodoende de dosis verdubbelt! Verandering kan ook de naleving van het voorschrift verminderen. Op de duur puilen de huisapotheekkastjes uit van de generieke geneesmiddelen waar de patiënt de juiste indicatie van is vergeten maar die hij wel gebruikt bij automedicatie.

Naar aanleiding van verschillende studies in België en in het buitenland, hebben wij de pers en de Overheid gewaarschuwd. Het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) vond het niet nodig een farmacovigilantie in verband met deze ongevallen op te starten en het KCE weigerde er een studie over op te zetten omdat het onderwerp zogezegd aan belang zou ontbreken.

Zowel de farmacovigilantie als een KCE studie zouden immers in botsing kunnen komen met het overheidsbeleid inzake geneesmiddelen. Dit beleid heeft als doel de kosten maximaal te drukken en sluit de ogen voor de schadelijke gevolgen die er kunnen uit voorvloeien. Erger nog, indien er gevaar is, zullen het de artsen en de apothekers zijn die de verantwoordelijkheid zullen moeten dragen. Dit is in ieder geval wat in het rapport van een groep experts (zonder praktiserende artsen van het terrein) werd opgenomen. Deze expertengroep werd door de FOD Volksgezondheid aangesteld om de wetgeving “Voorschrijven op Stofnaam” operationeel te maken.

Voor de BVAS kunnen de artsen in geen enkel geval verantwoordelijkheid dragen voor de substitutie of enige andere vorm van vervanging. Hoe zou hij deze kunnen dragen? Hij weet niet eens wat afgeleverd werd.

Wat de apotheker betreft die de nodige inlichtingen zou moeten verschaffen, hoe zou die dat moeten doen als men weet dat in een groot aantal gevallen het niet eens de patiënt zelf is die zijn geneesmiddel komt afhalen? Dit is alleszins het geval voor oudere patiënten die dikwijls gelijktijdig verschillende geneesmiddelen innemen en voor alle bewoners van rust- en verzorgingstehuizen en van rustoorden voor bejaarden.

De BVAS zal geen enkele verplichting inzake het VOS aanvaarden. Het VOS moet een mogelijkheid blijven die volgens de inschatting van de arts al dan niet kan worden gebruikt.

Dr. Roland LEMYE
Voorzitter BVAS

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht