Indexatie medische beeldvorming

28.02.2012


Naast de reeds eerder toegekende indexering van de medisch-technische verstrekkingen op 01.05.2011 heeft de Medicomut, op voorstel van de administratie, maandag 4 juli 2011 beslist om de prestaties medische beeldvorming te indexeren met 0,93 % vanaf 01.07.2011. Deze beslissing wijkt af van het akkoord, dat 1,40 % index voorzag als aan een reeks voorwaarden werd voldaan. Een RIZIV werkdocument van 24.06.2011 stelde vast dat maar gedeeltelijk aan de gestelde voorwaarden werd voldaan. Op 24.06.2011 beschikte het RIZIV nog niet over de uitgaven van het eerste trimester 2011, wel al over de maanden januari en februari.
  

Om een aantal elementen uit die nota te ontkrachten had Dr. Marc Moens, voorzitter van de BVAS, namens de Raad van Bestuur van de BVAS op 30
juni 2011 de volgende argumentatie bezorgd aan Dhr. Jo De Cock, voorzitter van de Nationale Commissie Artsen - Ziekenfondsen en administrateur-generaal van het RIZIV, en aan Dr. Ri De Ridder, directeur-generaal van de Dienst geneeskundige verzorging van het RIZIV:

“1. Inzake medische beeldvorming is de Raad verbaasd over de conclusies die getrokken worden uit de vaststelling door de Dienst dat het aantal verstrekkingen 2011/02 met 6.4 % stijgt t.o.v. 2010/02 en dat er een stijging is met het aantal gevallen huidig dienstjaar 2011 met 20 %.
Er is o.i. een contradictie waar de Dienst enerzijds zegt dat het aandeel van de reeds geboekte aantallen 2011/02 verricht in 2011 te klein is om relevante conclusies uit te trekken, maar anderszijds toch voorstelt om alvast de index te beperken tot 0,93 % in plaats van de in het akkoord vermelde 1,40 %.

Ten tweede stelt de Raad vast dat de Dienst het gegeven veronachtzaamt dat er recent opsplitsingen zijn doorgevoerd in deze
nomenclatuur.

  • De duplexonderzoeken van de ledematen werden opgesplitst van 2 naar 6 nomenclatuurnummers (KB 22.10.2010, in werking 01.02.2011)
  • Met het KB van 14.07.2010, in werking sinds 01.10.2010) werd bovendien  de opsplitsing gerealiseerd van de CT hals en thorax en abdomen naar 6 nomenclatuurnummers.


De vergelijking met de eerste twee maanden van 2010 qua aantallen loopt dus mank.
Deze vaststelling kan kaderen in mijn al herhaald gemaakte opmerking dat de uitgaven na 2 maanden 14,99 % van het budget bedragen terwijl - zeer theoretisch en abstractie makend van de algebraïsche verschillen - 16,66 % zou kunnen vooropgesteld worden.

2. De BVAS Raad van bestuur stelt vast dat de partiële begrotingsdoelstelling medische beeldvorming diegene is die de voorbije 10 jaren het minst steeg (cfr. audit 2010, blz. 1.1.6.), namelijk met 43 %. Alleen de rubriek “speciale verstrekkingen” is in die periode van 10 jaar nog minder gestegen, slechts met 32 %, maar dat is ongetwijfeld te wijten aan het volledig schrappen van de honoraria voor dringende verstrekkingen klinische biologie (nog € 34,55 miljoen uitgaven in 2004 en € 23,0 miljoen op zes maanden 2005) en het drastisch reduceren van de dringendheidshonoraria radiologie vanaf 01.07.2005. Deze honoraria bevinden (of bevonden) zich in de rubriek “speciale verstrekkingen”
Alleen al omwille van deze beperkte trendstijging over tien jaar, in vergelijking met de andere disciplines de laagste van allemaal, lijkt het ons onbillijk gegevens in te roepen die zich baseren op slechts twee maanden 2011 en die in vraag worden gesteld, om het akkoord slechts gedeeltelijk uit te voeren.

3. Tenslotte merkt de Raad van bestuur op dat rekening moet worden gehouden met het feit dat de informatiecampagne in verband met de beperking van het gebruik van ioniserende straling slechts in het vierde trimester 2010 werd gerealiseerd. Indien die informatiecampagne vroeger had kunnen gestart worden, ware het allicht mogelijk geweest een hogere trendcorrectie te bekomen dan de vastgestelde – 17,2 miljoen.
Om al deze redenen dringt de BVAS Raad van bestuur aan de gereserveerde indexmassa van 1,40 % of € 15,715 miljoen (cfr. audit rapport blz. 1.1.11) volledig toe te kennen vanaf 01.07.2011, conform punt 4 van het akkoord van 13.12.2010.”

Als reactie op deze BVAS brief heeft de RIZIV administratie op 04.07.2011 een nieuwe nota gemaakt, nu met de volledige uitgaven medische beeldvorming van het eerste trimester 2011, inclusief deze van de maand maart 2011. Een deel van onze argumenten werd in een complexe technische nota weerlegd.

De BVAS delegatie heeft het intermediair voorstel van een indexering met 0,93 % aanvaard.

De BVAS kon bedingen dat de technische raming van de uitgaven 2011 voor CT zouden herzien worden. Dit is van belang om een correcte raming voor het budget 2012 te kunnen opmaken. Dr Van Driessche waarschuwde al op 22.06.2009 dat de maatregel om de CT-scans op te splitsen (in voege sinds 01.10.2010) geen besparing zou teweegbrengen. Het RIZIV actuariaat schreef deze maatregel desalniettemin in als een besparing voor een bedrag van € 2,363 miljoen. In de periode oktober - november - december 2010 werd echter een meeruitgave van € 5,7 miljoen waargenomen. In tegenstelling tot de technische raming van 2010 zal de herziening van de technische raming van 2011 wel met dit gegeven rekening houden.

De nieuwe, met 0,93 % geïndexeerde honoraria medische beeldvorming vanaf 01.07.2011 werden op 05.07.2011 bekendgemaakt op de RIZIV website. Die 0,93 % komen overeen met een indexmassa van € 10,396 miljoen.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht