Medische controle : Persmededeling BVAS 18.06.2008

01.09.2008

BELGISCHE VERENIGING VAN ARTSENSYNDICATEN
ASSOCIATION BELGE DES SYNDICATS MEDICAUX

Na de bewaakte vrijheid, de gecontroleerde onderwerping en de gesanctioneerde overtreding

Uit het ontwerp van de Gezondheidswet blijkt dat de regering zich voorbereidt om de geneeskundige controle nog maar eens te verstrengen.
Ik herinner u eraan dat de therapeutische vrijheid geen voorrecht van de arts, maar een fundamenteel recht van de patiënt is. De medische ethiek stelt namelijk dat de arts in de eerste plaats bezorgd is om het belang van zijn patiënt.
De patiënt kan slechts het volste vertrouwen in zijn arts hebben, als hij ervan overtuigd is dat zijn arts in alle vrijheid dit doel kan nastreven.
Deze therapeutische vrijheid werkt echter storend voor al degenen die de uitgaven in de gezondheidszorg willen controleren of beperken, maar niet omdat zij van mening zijn dat de artsen er misbruik van maken.

De zorgrantsoenering vestigt zich geleidelijk aan in ons land. In alle domeinen zijn voorschrijfcriteria uitgewerkt.
Hoewel degenen die ze opleggen, beweren dat het criteria van goede praktijkvoering betreft gaat het meestal om besparingscriteria.

Zij die van de geneeskundige zorgen zouden moeten genieten, kunnen dat niet. De artsen die ondanks alles proberen om hun patiënten van een bepaalde therapeutische vooruitgang te laten genieten, die niet door de sociale zekerheid wordt toegelaten, kunnen zwaar gestraft worden.
De geneeskundige controle is hiervan de uitvoerder.

Om deze sancties te rechtvaardigen, worden de artsen in de publieke opinie regelmatig verguisd. Bijna 20 jaar geleden moest het enkel en alleen door de controle van hun activiteit mogelijk gemaakt worden dat de “retour du coeur” zijn intrede zou doen. Van wat worden zij sindsdien niet allemaal beschuldigd?  Van nutteloze onderzoeken, van overbodige behandelingen enkel en alleen voorgeschreven om de farmaceutische industrie tevreden te stellen of om „de machines te laten draaien “?

Hoe zou men dan kunnen weigeren deze artsen aan speciale controles en sancties te onderwerpen op maat van de misbruiken die zij geacht worden te hebben begaan?

De geneeskundige controle geniet sinds zijn oprichting van ruime bevoegdheden. In sommige gevallen worden de patiënten er bij gehaald. Dikwijls worden zij enkel als getuige opgeroepen, maar de oproep krijgt al snel een dreigende toon. Slechts op het moment van het contact met de inspecteur van het RIZIV worden zij ingelicht over de zaak waarvoor zij opgeroepen werden.  Zij vernemen dan ook dat de inspecteur van het RIZIV de rang heeft van gerechtelijke politieofficier en dat elke belemmering van zijn taak een boete en/of een gevangenisstraf tot gevolg kan hebben.

Doorgaans volstaat deze handelswijze om de opgeroepen persoon enkele slapeloze nachten te bezorgen en hem bereid te vinden om op alle vragen in te gaan met de antwoorden die de vraagsteller graag wou horen;

Dit was echter niet voldoende. Tijdens zijn mandaat als minister van Sociale Zaken heeft Philippe Busquin de inspecteurs van het RIZIV geassimileerd met de sociale inspecteurs. Deze laatsten werden gecreëerd om het zwartwerk te bestrijden. Dit wil dus zeggen dat de inspecteurs van het RIZIV sindsdien zowel overdag als 's nachts toegang hebben tot de professionele ruimtes, de identiteit mogen opnemen van de mensen die er zich bevinden, ze mogen ondervragen en filmen, de dossiers mogen opeisen, en dergelijke meer.

Dit overschrijdt in ruime mate de voorrechten van een gerechtelijke politieofficier die voor elk van deze handelingen op zijn minst over een mandaat van een onderzoeksrechter moet beschikken.

Niettemin moest de controle vóór deze assimilatie met de sociale inspecteurs het bewijs leveren van de overtreding om een arts te kunnen veroordelen, maar van programmawet naar programmawet werd de geneeskundige controle aangescherpt.

De overconsumptie werd aan het aantal overtredingen aangepast, wat „overdreven voorschrijfgedrag betreffende de specialiteiten van Hoofdstuk II“ werd genoemd.

De willekeurige controles en de dreiging van buitensporige administratieve boetes (tot € 50.000) hebben snel hun rol vervuld om de arts af te raden voor te schrijven, zelfs indien het noodzakelijk is.

Het recht op verweer werd tot de eenvoudigste uitdrukking teruggeschroefd: „alleen de hoofdambtenaar is bevoegd voor de sancties betreffende de administratieve overtredingen zoals het gedrag van de overmatige voorschrijver“.

De procedure bepaalt dat de dienst van de geneeskundige controle een beslissing treft over laatstgenoemde, deze beslissing uitvoert, de desbetreffende arts berecht, de sanctie bepaalt en deze toepast terwijl de boete ten voordele van het RIZIV is, m.a.w. de werkgever.

Maar het schijnt dat het recht op verweer, zoals bepaald in het Europees Verdrag tot bescherming van de mensenrechten, niet van toepassing is wanneer het een zaak van administratief recht betreft.

Daarenboven heeft de beschuldigde enkel in beroep recht op een advocaat.

Sinds kort werd de dienst van geneeskundige controle met een aanvullende taak belast, namelijk de evaluatie van de kwaliteit binnen de medische praktijken.
Waarschijnlijk is hij, om dit te kunnen uitvoeren, alwetend?

Waarschijnlijk menen de ziekenfondsen dat de dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV nog niet streng of doeltreffend genoeg optreedt. Het huidige ontwerp van Gezondheidswet (afdeling X art 28 § 3) creëert een vorm van dubbele diepgaande controle via hun voorstel om aan de geneesheren adviseurs de toegang te verschaffen tot andere gegevens dan deze waar zij gewoonlijk toegang toe hebben. Over welke gegevens zou het dan wel gaan?
We kunnen het niet nalaten om spontaan aan die gegevens te denken die via eHealth overgebracht zouden kunnen worden.

Het feit dat een vergunning van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer vereist is, bewijst dat het om uiterst belangrijke gegevens moet gaan. „De evaluaties (artikel 28) zullen gebeuren op basis van statistische of epidemiologische […] informatie". „Het doel is de geneeskundepraktijk te evalueren met het oog op een optimaal gebruik van de bronnen […]“ De tekst zelf benadrukt dat het hier helemaal niet om rantsoenering gaat.  Wie zou daar nu durven aan denken?

De gevolgen zullen zijn dat:

  • de zorg om de controle van de uitgaven belangrijker is dan de zorg om de patiënt;
  • de geneeskundige beslissingen steeds meer aan de greep van de arts zullen ontsnappen en zullen worden overgenomen door de verzekeringen (ziekenfondsen)
  • de arts er dus toe zal worden aangezet om meer en meer potentieel heilzame zorgen aan zijn patiënt te weigeren of ze zelfs te verzwijgen (zoals in de Verenigde Staten – de  “gag” clausule);
  • de vertrouwensrelatie tussen de patiënt en de arts door een conflictrelatie zal worden vervangen;
  • de economische belangen van de maatschappij het zullen halen op de gezondheid van de patiënt.

Comfort werd allang opgeofferd aangezien de comfortgeneesmiddelen voor niemand meer worden terugbetaald.

De grote verliezer is niet de arts maar wel de patiënt.

Dr. Roland LEMYE
18/06/08

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht