Nieuwe adviezen van de Orde

28.06.2014

3 nieuwe adviezen van de Orde omvatten volgende onderwerpen: de beveiliging van gegevens die door het beroepsgeheim gedekt zijn, op verzoek van een politierechtbank uitgevoerde bloedtesten en de medische begeleiding van een transseksuele minderjarige.

Beveiliging van gegevens die door het beroepsgeheim gedekt zijn
Voorleggen van bloedtesten op verzoek van een politierechtbank
Medische begeleiding van een transseksuele minderjarige

Beveiliging van gegevens die door het beroepsgeheim gedekt zijn
Recente gebeurtenissen hebben aangetoond dat geheime diensten zich toegang hebben verschaft tot allerlei databanken met gevoelige informatie. De vraag rijst hoe veilig zijn gegevens die door het beroepsgeheim gedekt zijn.

De Nationale Raad is zich ervan bewust dat het elektronisch verwerken risico's op lekken van of oneigenlijke toegang tot gegevens die door het beroepsgeheim worden gedekt, met zich kan meebrengen. Deze risico's zijn evenwel tot een minimum te herleiden mits het naleven van onderstaande, niet-limitatieve, vuistregels:

  • het gebruik van informatienetwerken die voldoende beveiligd zijn, regelmatig doorgelicht worden op veiligheidslekken en die de nodige toegangcontrole met eID voorzien;
  • het gebruik van een voldoende performant paswoord;
  • het gebruik van aangepaste antivirus software;
  • het afsluiten van de programmatuur bij het stoppen van de activiteiten;
  • het werken met firma's die contractueel een confidentialiteitsbeginsel garanderen;
  • de computer uitsluitend voor beroepsdoeleinden gebruiken.

Meer gedetailleerde informatie over de verwerking van persoonsgegevens in het algemeen vindt u in het document "Referentiemaatregelen voor de beveiliging van elke verwerking van persoonsgegevens".

De Nationale Raad onderstreept het nut van de elektronische uitwisseling van medische gegevens en zal erover blijven waken dat deze kan gebeuren in het belang van de patiënt zonder afbreuk te doen aan diens recht op informationele privacy.

terug

Voorleggen van bloedtesten op verzoek van een politierechtbank
De Nationale Raad van de Orde van geneesheren besprak een vraag betreffende het voorleggen van bloedtesten op verzoek van een politierechtbank.

Uit de gegevens blijkt dat de vraag van de rechtbank niet is gericht aan de behandelende arts, maar aan de rechtzoekende. Deze beoordeelt of hij zich eraan onderwerpt.

De patiënt heeft vrije artsenkeuze. Er bestaat geen deontologisch bezwaar dat een behandelend arts aanvaardt deze testen voor te schrijven en eventueel de bloedafname uit te voeren.

De verkregen resultaten worden overhandigd aan de patiënt die beslist of hij ze meedeelt aan de rechtbank.

De rechtbank vraagt niet aan de arts de resultaten te interpreteren.

Deze interpretatie staat aan de rechtbank die een beroep kan doen op een wetsdokter.

Door gebruik te maken van de rechtsmiddelen kan de rechtzoekende opkomen tegen een beslissing die zou voortvloeien uit een verkeerde interpretatie van die resultaten.

Op verzoek van zijn patiënt kan de arts hem wel een document overhandigen waarin hij de gegevens preciseert die deze interpretatie kunnen wijzigen.

Dergelijk attest dient waarheidsgetrouw te zijn.

terug

Medische begeleiding van een transseksuele minderjarige
Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld betreffende het probleem van de medische begeleiding van een transseksuele minderjarige.

1° De wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit heeft tot doel een wijziging van de burgerlijke staat en van de voornaam van de transseksueel te vergemakkelijken en niet de medische aspecten van de behandeling van deze personen te regelen, ofschoon de wet de medische voorwaarden voor het verkrijgen van deze wijzigingen vastlegt 1.

De voornoemde wet van 10 mei 2007 bepaalt dat de vastgelegde procedures met het oog op een geslachtswijziging respectievelijk tot stand komen nadat de betrokkene een geslachtsaanpassing of een hormonale substitutietherapie heeft ondergaan.

De kwestie van de medische begeleiding van de transseksuele patiënt rijst dus lang voordat er sprake is van deze procedures. Ze dient dan ook op een autonome wijze te worden benaderd en niet alsof ze tot doel zou hebben te beantwoorden aan de wettelijke criteria om de wijziging van de burgerlijke staat of van de voornaam te verkrijgen.

De therapeutische aanpak moet erop gericht zijn de bijzondere behoeften van de patiënt te vervullen.

2° De risico's en voordelen van elke behandelingsoptie, de vooringelichte toestemming van de patiënt, de toegankelijkheid van de behandeling, de continuïteit van de zorg moeten correct worden begrepen. De behandeling moet allesomvattend zijn en uitgewerkt in fasen zoals rolomkering, hormonentherapie, chirurgie gericht op de seksuele eigenschappen, gelaatstrekken, lichamelijke omvorming, psychotherapie (individueel, binnen een koppel, familie, groep).

In het geval van een minderjarige draait de kwestie van de wenselijkheid van de behandeling vooral rond de vraag of de overtuiging van de minderjarige tot het andere geslacht te behoren onomkeerbaar is en of hij hiervan nog steeds overtuigd zal zijn op volwassen leeftijd. Dit vereist dat het medisch team voldoende inzicht heeft in de psychologie van de ontwikkeling van het kind en van de adolescent.

Men dient aandacht te hebben voor de familiale omgeving (werking, psychologische en sociale aspecten) van de minderjarige patiënt om zich onder meer te vergewissen van zijn innerlijke overtuiging.

De medische behandeling dient in stappen te verlopen met een progressieve invasieve gradatie zodat de patiënt kan wennen aan de gevolgen ervan : eerst de volkomen omkeerbare ingrepen (het stilleggen van de productie van oestrogenen en of testosteron, het toedienen van progestativa om de effecten van de androgenen te reduceren, het toedienen van orale contraceptie om de regels stop te zetten), daarna de gedeeltelijk omkeerbare ingrepen (vervrouwelijkende of vermannelijkende hormonale therapie) en uiteindelijk de onomkeerbare ingrepen.

Rekening houdend met al deze criteria is het aangeraden een multidisciplinair team in te schakelen dat de nodige vaardigheden inzake psychiatrie, endocrinologie en reconstructieve heelkunde bijeenbrengt en dat bijzonder onderlegd en vertrouwd is met de behandeling van transseksualiteit, met inbegrip van de psychologische en sociale aspecten ervan.

3° De behandelende arts, kinderarts of huisarts, dient te worden betrokken bij de werkzaamheden van dit multidisciplinair team.De keuzes en beslissingen moeten in overleg met alle professionele hulpverleners worden genomen en door hen worden goedgekeurd en geformaliseerd in het medische dossier.

Zelfs al laat het oordeelsvermogen van de minderjarige hem toe zelfstandig te beslissen, is het onontbeerlijk dat zijn ouders betrokken worden bij het reflectieproces betreffende de behandeling van hun kind.

Het schriftelijk akkoord van de ouders en van de minderjarige beschermt de arts juridisch.

4° Inspanningen van wetenschappelijke verenigingen 2 om aanbevelingen van goede praktijken te verstrekken met betrekking tot de gezondheid van transseksuelen, transgenders en alle andere gendervariante personen, botsen soms op een gebrek aan consensus over de te verkiezen behandelingsstrategieën.

Daardoor bestaan er tussen de landen verschillen in de behandeling van patiënten die tijdens hun kindertijd of hun jeugd identiteitsproblemen hebben op grond van hun geslacht, met name onder invloed van de meningen van de gezondheidsberoepsbeoefenaars maar ook van culturele opvattingen.

terug

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht