Nieuwe adviezen van de Orde

07.02.2015

De Orde heeft drie nieuwe adviezen gepubliceerd met onder meer een leidraad voor artsen bij digitale media.

Procedure om een erkenning van een handicap elektronisch in te dienen bij de Directie-generaal Personen met een handicap via de eHealthbox 
Artsen en digitale media 
Ontwerp met het oog op het ontvangen van alle informatie met betrekking tot een schadegeval, in het kader van een gerechtelijke expertise 

Procedure om een erkenning van een handicap elektronisch in te dienen bij de Directie-generaal Personen met een handicap via de eHealthbox 

Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld aangaande de procedure om een erkenning van een handicap elektronisch in te dienen bij de Directie-generaal Personen met een handicap via de eHealthbox.

Hierin drukt men zijn bezorgdheid uit aangaande de informationele privacy omwille van het elektronisch ter beschikking stellen van medische gegevens voor de afhandeling van het dossier aan andere instellingen: het Vlaams Agentschap Personen met een Handicap (VAPH), l'Agence Wallonne pour l'Intégration des Personnes Handicapées (AWIPH), le Centre d'Aptitude à la Conduite et d'Adaptation des Véhicules de l'Institut Belge pour la Routière (CARA), l'Administration de l'expertise médicale (MEDEX), de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB), Rijksdienst voor ziekte en invaliditeitsverzekering (RIZIV). 

Deze instellingen zijn bij wet gemachtigd om persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, te verwerken binnen hun respectievelijke opdracht. Deze procedure werd goedgekeurd door het Sectoraal Comité van de sociale zekerheid en de gezondheid, afdeling gezondheid (deliberaties nrs. 13/088 en 14/010) en werd positief onthaald door de Nationale Hoge Raad voor Personen met een handicap.
Op het vlak van informationele privacy stelt de Nationale Raad vast dat de procedure onderworpen is aan meerdere veiligheidsrestricties. De instellingen betrokken bij de afhandeling van het dossier verkrijgen de gezondheidsgegevens enkel nadat de persoon met een handicap zelf hierom heeft verzocht. Daarenboven is er in mogelijkheid voorzien van verzet tegen de overdracht van gezondheidsgegevens.

De regels van finaliteit en proportionaliteit worden gerespecteerd. Er is een controlesysteem op basis van loggings (traceerbaarheid) die onder het toezicht staan van de veiligheidsconsulenten verbonden aan de onderscheidenlijke instellingen. De veiligheidsconsulent van de Directie-generaal Personen met een handicap heeft een coördinerende rol te vervullen en dient jaarlijks te rapporteren aan het Sectoraal Comité van de sociale zekerheid en de gezondheid.

De Nationale Raad wijst erop dat de verantwoordelijke arts bij de Directie-generaal Personen met een handicap een belangrijke rol dient te spelen om te zorgen dat de overdracht enkel geschiedt op verzoek van de patiënt en dat de proportionaliteit van de informatie wordt gerespecteerd.

Mits toepassing van de aangehaalde veiligheidsmaatregelen is de Nationale Raad van de Orde der geneesheren van oordeel dat deze procedure geen schending van het medische beroepsgeheim inhoudt en de administratieve vereenvoudiging het belang van de personen met een handicap dient, zoals ook blijkt uit de positieve ervaringen vanwege de doelgroep.

terug

Artsen en digitale media
De Nationale Raad herinnert aan de algemene privacyregels die een arts bij het gebruik van de verschillende digitale toepassingen dient na te streven, zeker wanneer hij omgaat met gezondheidsgegevens die door het medisch beroepsgeheim worden gedekt.

Het artsenkabinet is vandaag al lang niet meer beperkt tot wat tussen de vier muren ervan gebeurt. Een arts wordt in stijgende mate geconfronteerd met allerlei elektronische toepassingen die de administratieve last die verbonden is aan de uitoefening van de geneeskunde trachten te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn de digitalisering van het patiëntendossier, de recente ontwikkeling i.v.m. de attesten van verstrekte zorg, enz. De digitalisering van de maatschappij eist ook dat de arts zelf actief wordt in de virtuele wereld van het internet, via een eigen website, medische fora en sociale media.

Deze leidraad heeft tot doel de arts te begeleiden in de verschillende facetten van de digitalisering van uitoefening van de geneeskunde.

De leidraad gaat meer bepaald in op het volgende en kan u tevens hier raadplegen:

  1. het beheer van websites door artsen; 
  2. het gebruik van sociale media; 
  3. het online patiënt-artscontact.

 

Deze leidraad kwam tot stand na raadpleging van gelijkaardige teksten in de ons omringende landen (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, British Medical Association en General Medical Council, alsook van het standpunt van de European Council of Medical Orders inzake telegeneeskunde
Ze werd verder gevoed door reeds bestaande adviezen van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren die, waar nodig, geactualiseerd werden.

Alvorens in te gaan op deze thematieken, worden de algemene privacyregels in herinnering gebracht die een arts bij het gebruik van de verschillende digitale toepassingen dient na te streven, zeker wanneer hij omgaat met gezondheidsgegevens die door het medisch beroepsgeheim worden gedekt:

  • Een verwerking van gezondheidsgegevens kan slechts gebeuren in het belang van de patiënten zonder afbreuk te doen aan hun recht op informationele privacy.
  • De gebruikte informatienetwerken dienen voldoende beveiligd te zijn, regelmatig doorgelicht te worden op veiligheidslekken en met de nodige toegangscontrole met eID te zijn voorzien.
  • De arts dient een voldoende performant paswoord te gebruiken.
  • Hij dient een aangepast antivirus softwareprogramma te gebruiken dat steeds up-to-date is.
  • Hij dient de programmatuur bij het stoppen van de activiteiten steeds zorgvuldig af te sluiten.
  • Hij werkt uitsluitend met firma's die contractueel een confidentialiteitsbeginsel garanderen.
  • Hij gebruikt zijn computer indien enigszins mogelijk uitsluitend voor beroepsdoeleinden.

 

Meer gedetailleerde informatie over de verwerking van persoonsgegevens in het algemeen vindt u in het document "Referentiemaatregelen voor de beveiliging van elke verwerking van persoonsgegevens".

Raadpleeg hier de volledige leidraad van de Orde hieromtrent.

terug

Ontwerp met het oog op het ontvangen van alle informatie met betrekking tot een schadegeval, in het kader van een gerechtelijke expertise

De Nationale Raad van de Orde van geneesheren heeft het ontwerp onderzocht dat, in het kader van een gerechtelijke expertise waarin een arts tussenkomt op aanwijzing van de rechtbank, aan het slachtoffer wil voorstellen zijn toestemming te geven opdat de deskundige rechtstreeks bij elke derde alle informatie met betrekking tot het schadegeval die hij nuttig acht zou kunnen vragen en ontvangen.

1° Het raadplegen en het kopiëren van een medisch dossier is een verwerking van persoonsgegevens in de betekenis van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (artikel 1, §2).

Behoudens uitzonderingen is de verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen verboden. Dit verbod is met name niet van toepassing wanneer de patiënt zijn toestemming voor dergelijke verwerking heeft gegeven.

Uit het door u voorgelegde model blijkt dat het akkoord van het slachtoffer betrekking heeft op alle informatie aangaande het schadegeval, d.w.z. de opgelopen letsels, hun behandeling(en) en evolutie, evenals de vooraf bestaande toestand voor zover deze volgens de deskundige een mogelijk verband kan hebben met de vermelde letsels, die bekomen zouden kunnen worden bij de behandelende arts(en), paramedici, ziekenfondsen, werkgever(s) en andere instanties.

Het voorgelichte karakter van de toestemming van de persoon roept vragen op omdat de gegevensverwerking waarop ze slaat onbeperkt is, zowel wat betreft de derden waarop beroep gedaan wordt als wat betreft de documenten die mogen worden opgevraagd. De reikwijdte ervan wordt aan uw waardering overgelaten.

2° De persoonsgegevens dienen toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt (artikel 4).

Artikel 62, b, van de Code van geneeskundige plichtenleer stelt : binnen de perken van volstrekte noodzaak, mag een diagnose of een inlichting van geneeskundige aard worden medegedeeld aan de arts met een gerechtelijk-geneeskundig onderzoek belast, voor zover de inlichtingen beperkt blijven tot de objectieve medische gegevens die rechtstreeks verband houden met het doel van het onderzoek en de patiënt daarmee instemt;

Daar de typebrief die u voorstelt te doen ondertekenen door het slachtoffer u toelaat aan alle instanties te vragen u informatie te verschaffen die potentieel een verband zou kunnen hebben met het schadegeval, bestaat er een risico dat de doorgegeven informatie de voornoemde beperkingen te buiten gaat.

De communicatie ervan aan de tegenpartij, op basis van de eerbiediging van het principe van tegenspraak, vormt een bijkomende inbreuk op de eerbiediging van de private levenssfeer van de patiënt.

3° Zelfs al is het aan de vragende partij zijn schade te bewijzen, toch behoudt ze toch de vrije beoordeling van de stukken die ze hiervoor neerlegt.

Door aan de gerechtelijke deskundige de toestemming te geven om aan elke derde alle informatie te vragen die hij nuttig acht om de opgelopen letsels te beoordelen, ziet de vragende partij volledig af van de controle over de stukken ingediend om haar vraag te staven.

De Nationale Raad is bijgevolg van mening dat het akkoord van het slachtoffer met het opheffen van het medisch geheim of met het meedelen van persoonsgegevens niet algemeen maar specifiek moet zijn. Het moet de derden (al dan niet artsen) die het slachtoffer ontslaat van het beroepsgeheim en de stukken die moeten doorgegeven worden aan het slachtoffer met naam en toenaam vermelden.

Elke arts aan wie gevraagd wordt medische inlichtingen in verband met de expertise mee te delen dient artikel 62, b, van de Code van geneeskundige plichtenleer te eerbiedigen. Het akkoord van de patiënt en de beschikking van de rechter die de opdracht van de deskundige preciseert dienen gericht te worden aan de derde aan wie gevraagd wordt stukken door te geven.

Tot slot herinnert de Nationale Raad u in deze materie zijn adviezen van 28 mei 2011, getiteld "Inzage in het medisch dossier door wetsdokter", Tijdschrift van de Nationale Raad nr. 134, en 24 maart 2012, getiteld "Inzage in het medisch dossier door wetsdokter", Tijdschrift Nationale Raad nr. 137.

terug

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht