Nieuwe adviezen van de Orde

24.10.2017

De nationale raad van de Orde van artsen heeft onlangs 3 nieuwe adviezen gepubliceerd.

Bottesten voor de leeftijdsbepaling van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV)
Toegang tot de röntgenbeelden door de artsen
Raadplegingen door een specialist in de praktijkruimte van een huisarts

Bottesten voor de leeftijdsbepaling van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV)
De nationale raad van de Orde der artsen adviseert over de bottesten voor de leeftijdsbepaling waaraan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen onderworpen worden in geval van twijfel over hun leeftijd.

1°/ De nationale raad van de Orde der artsen blijft bij het advies dat hij uitbracht op 20 februari 2010 met als titel "Testen voor leeftijdsbepaling bij niet-begeleide minderjarige vreemdelingen", Tijdschrift van de nationale raad nr. 129.

2°/ De Orde der artsen is een regelgevende beroepsinstantie die als taak heeft de deontologische regels van het beroep te vast te leggen en ervoor te zorgen dat haar leden ze juist toepassen.

Niettegenstaande de Orde veel aandacht besteedt aan de wetenschappelijke en ethische kwesties op gezondheidsgebied, zijn andere instellingen wettelijk belast met de studie ervan.

De Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België en de "Académie royale de Médecine de Belgique" zijn gemachtigd om wetenschappelijke adviezen uit te brengen. Het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek is het referentieorgaan wat betreft de ethische kwesties.

3°/ De arts die de leeftijd van een persoon moet schatten dient voldoende beroepservaring te hebben op het gebied dat hem ter beoordeling voorgelegd wordt. Hij dient zijn onafhankelijkheid en volledige beroepsvrijheid te behouden.

Een goede evaluatie vereist bekwaamheden die onder verscheidene medische specialismen vallen: pediatrische endocrinologie, pediatrische radiologie, stomatologie, odontologie en pedopsychiatrie.

Het is noodzakelijk hiervan een synthese te maken. Dit kan het best gebeuren door deze specialisten samen in een college of door een coördinator die een forensisch arts zou kunnen zijn.

Deze evaluatie dient zorgvuldig en objectief en op basis van relevante informatie uitgevoerd te worden. De eerbiediging van de waardigheid van de persoon en van zijn recht op zelfbeschikking is essentieel en dit geldt in het bijzonder voor een kwetsbare patiënt.

Het fysieke contact met de verzoeker, waaronder zijn klinisch onderzoek, laat toe de schatting te verfijnen. Bij gebrek hieraan vertoont de schatting een grotere foutmarge waarmee rekening gehouden dient te worden.

De conclusies van de arts dienen voorzichtig en genuanceerd te zijn. Ze moeten de aard van de verrichte klinische testen en onderzoeken, de gebruikte referenties, de personen die ze uitvoerden, de verkregen resultaten, foutmarge en de conclusies in termen van leeftijdsbepaling die eruit getrokken werden, vermelden.

Het door de arts opgemaakte dossier dient volledig en nauwkeurig te zijn. De persoon in kwestie of zijn vertegenwoordiger heeft er toegang toe. De nationale raad herinnert in dat opzicht aan zijn advies van 20 februari 2016 met als titel "Toegang tot medisch dossier van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen", Tijdschrift van de nationale raad nr. 152.

Toegang tot de röntgenbeelden door de artsen
De nationale raad van de Orde der artsen werd ondervraagd over de toegang tot de röntgenbeelden door de artsen die de patiënt begeleiden of diens toestand of de zorgkwaliteit evalueren.

De arts-specialist in radiodiagnostiek die het onderzoek uitvoert is verantwoordelijk voor de opslag en interpretatie van de beelden. Hij is de enige die beste geplaatst is om een diagnose te stellen en een gedetailleerd protocol te maken samen met een beschrijving van de beelden.

Het protocol maakt onlosmakelijk deel uit van het medisch dossier en moet dus bewaard worden.

De analoge beelden nemen veel plaats in en ze zijn niet zeer duurzaam. Ze werden vroeger aan de patiënt gegeven voor bewaring.

Tegenwoordig zijn de beelden elektronisch gearchiveerd in de diensten radiologie of in de ziekenhuisinstellingen. Het is mogelijk ze te bewaren, maar het gaat wel om beeldbestanden die veel groter zijn dan tekstbestanden.

De minister van Volksgezondheid heeft op 19 november 2016 tijdens het jaarlijkse symposium van de Belgische Vereniging voor Radiologie1 het nationaal beschikbaar maken van medische beelden en verslagen steunt.

De beelden zouden voortaan bewaard moeten worden op dezelfde wijze als de andere elementen van het medisch dossier.

Hun bewaring en terbeschikkingstelling doen technische en economische problemen rijzen die hopelijk zullen verminderen dankzij de technologische vooruitgang.

Het doorgeven van beelden aan andere artsen beoogt naast de diagnose :

  1. oriëntatie van de behandeling (bijv. röntgenfoto van een heup om een prothese te plaatsen);
  2. continuïteit van de zorg (bijv. evalueren hoe een longontsteking reageert op een antibioticabehandeling);
  3. toetsing van de diagnose in functie van de klinische evolutie;
  4. evaluatie van de toestand van de patiënt of van de zorgkwaliteit; bij deskundigenonderzoek doet men een zogenaamde "diachronische" studie. Dit is het herbekijken van alle beelden om de evolutie van een pathologie of van een trauma, de kwaliteit van een behandeling of van een diagnose te beoordelen of om te beslissen of een letsel toegeschreven kan worden aan een betwiste gebeurtenis.

 

De artsen die bij deze functies betrokken zijn hebben recht op toegang tot bruikbare beelden met eerbiediging van de regels inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de patiëntenrechten.

Het beeld dient derhalve opgeslagen te worden in een resolutie die voldoende is voor een correct interpretatie.

De thans toeganklijke dragers zijn cd-roms of een internettoegang, beveiligd met een onderzoeksnummer en een paswoord dat ook aan de patiënt wordt gegeven.

Cd-roms hebben niet de kwaliteit van de oorspronkelijke beelden weer en hebben een beperkte levensduur.

De toegang via internet is niet altijd eenvoudig en van goede kwaliteit. Bovendien worden de dossiers gearchiveerd. Ze zijn dus na een bepaalde, soms korte tijd niet meer toegankelijk.

In een context waarin de raadpleging van medische gegevens op afstand de regel wordt, dringt de nationale raad aan op de ontwikkeling van initiatieven die de leesbaarheid op afstand van de röntgenbeelden of de overdracht ervan via een blijvende drager, het voortbestaan van de toegang ertoe en hun bewaring als element van het medisch dossier bevorderen.

1: http://www.deblock.belgium.be/nl/jaarlijks-symposium-belgian-society-radiology


Raadplegingen door een specialist in de praktijkruimte van een huisarts

Een provinciale raad vraagt advies omtrent het houden van raadplegingen door een specialist in de praktijkruimte van een huisarts.

1. De laatste decennia zijn de wijze van praktijkvoering en de structuren binnen de eerste en de tweede lijn een enorme geëvolueerd.

Daar waar vroeger de solopraktijk legio was, zijn er nu veel meer samenwerkingsverbanden tussen huisartsen en specialisten, alsook tussen artsen en andere gezondheidszorgbeoefenaars, zowel op het niveau van de eerste als de tweede lijn.

Multidisciplinaire, intra- en extramurale praktijkvoering is frequent en betekent een meerwaarde voor zowel de arts als de patiënt.

Ook tussen de eerste en de tweede lijn zijn de interacties tussen artsen intenser en veelvuldiger, hetgeen bijdraagt tot een hogere kwaliteit van zorg.

Het houden van raadplegingen door een specialist of een andere gezondheidszorg-beoefenaar binnen dezelfde infrastructuur, kan dan ook - voor zover de deontologie gerespecteerd wordt - een meerwaarde betekenen voor de kwaliteit van zorg voor de patiënt.

2. De nationale raad vindt het belangrijk te benadrukken dat bij elke praktijkvoering, zowel op een zelfde als op meerdere locatie, de belangen van de patiënt op geen enkele manier mogen geschaad worden. Hij verwijst naar de principes vervat in artikel 159, § 5, van de actuele code van geneeskundige plichtenleer. Dat artikel bepaalt : "Uit de aan de provinciale raad voorgelegde stukken moet onder meer blijken:

  • dat de belangen van de patiënt op geen enkele manier worden geschaad. Garanties dienen geboden te worden voor de vrije artsenkeuze, de onafhankelijkheid van de arts, de bescherming van het beroepsgeheim en de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid van de artsen, hun vervangers en personeel. [...];
  • dat elke vorm van commercialisatie van de geneeskunde, van directe of indirecte collusie, dichotomie en overconsumptie uitgesloten is.

 

Het blijft een opdracht voor de provinciale raden toe te zien op een deontologisch correcte praktijkvoering en samenwerking.

Dit advies vervangt het advies van 1 januari 1976 (a025017).

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht