Persmededeling BVAS : De kostprijs van de geneeskunde per verstrekking en op forfaitaire basis: zeker niet dezelfde - 16.09.2008

28.11.2008


De kostprijs van de geneeskunde per verstrekking en op forfaitaire basis: zeker niet dezelfde

Het basisforfait van de Medische Huizen is gelijk aan de gemiddelde kost die door een begunstigde van de verplichte verzekering van dezelfde categorie wordt gegenereerd.
Dit basisbedrag wordt verhoogd met:

  • 10% om rekening te houden met de zwaardere werklast die patiënten die over het algemeen minder dan gemiddeld gegoed zijn, met zich meebrengen.
  • 10% om rekening te houden met de besparingen die door de forfaitaire zorgverstrekkers worden gerealiseerd op het vlak van hospitalisatiedagen, voorschriften voor klinische biologie en medische beeldvorming.
  • 11% om rekening te houden met het niet regelmatig gebruik van de eerstelijnszorg door een deel van de verplichte verzekerden (gevangenen, verzekerden die in het buitenland wonen, enz.).
    Bovendien kunnen zij ook volgende verstrekkingen aanrekenen:

    • de technische verstrekkingen
    • het GM-forfait
    • het forfait voor de diabetespas


      Dit is wat het verslag van het KCE vermeldt (en is slechts een kopie van het RIZIV-verslag).


    Een aantal zaken die het verslag niet vermeldt dienen nog te worden toegevoegd:

    • het per verstrekking aanrekenen van verstrekkingen voor preventieve geneeskunde zoals een raadpleging van familiale planning
    • een niet onbelangrijke financiering door de regio (€ 25.000 of meer per Medisch Huis)
    • voordelen die door plaatselijke politieke bevoegdheden worden toegekend
    • publiciteit via tijdschriften, berichten, alle briefwisseling, officiële uitgaven (door de ziekenfondsen, de vakbonden, de gemeenten, de provincies, enz.)



    De opwaarderingen van het forfait werden overigens toegekend door het RIZIV op basis van studies … verwezenlijkt door deze Medische Huizen ….en gefinancierd door het RIZIV.
    De akkoorden tussen het RIZIV en de Medische Huizen voor het uitvoeren van studies zijn trouwens talrijk en vormen eveneens een financieringsbron naast het forfait.

    Zijn deze opwaarderingen ondanks alles gerechtvaardigd?
    Hebben, voor zover deze bewering correct is, minder gegoede patiënten een zwaardere werkdruk tot gevolg?
    Niets is minder zeker.
    In naburige landen waar de algemene geneeskunde per capita wordt uitgeoefend zoals in Engeland en Nederland, stelt men vast dat het patiëntencontact veel korter is en dat de arts veel sneller handelingen aan de verpleegster, de apotheker, etc delegeert.

    De Medische Huizen beweren meer aan preventieve geneeskunde te doen, maar neemt dat meer tijd in beslag?
    Niets is minder zeker, want vaak doen zij dit op collectieve wijze door de patiënten die dezelfde risicofactor dragen bijeen te brengen. De artsen, met wie men de Medische Huizen vergelijkt, passen daarentegen een individuele preventie toe via persoonlijke adviezen die meer tijd in beslag nemen.

    Het is dus meer dan betwistbaar dat zij een grotere werkdruk ondervinden per patiënt.

    Realiseren zij wel besparingen op het gebied van ziekenhuisopnames, klinische biologie en medische beeldvorming die deze tweede verhoging rechtvaardigen?
    Het is paradoxaal te beweren dat zij, enerzijds, patiënten verzorgen die meer geneeskundige behoeften vragen en dat anderzijds dezelfde patiënten minder beroep zouden doen op onderzoeken en ziekenhuisopnames.
    Ook hier werden de Medische Huizen belast met de studie.

    Zelfs indien de conclusie dat deze Medische Huizen minder onderzoeken en ziekenhuisopname voorschrijven correct is, dan nog lijkt de relatie tussen deze houding en de forfaitaire geneeskunde totaal niet vastgelegd. Waarschijnlijk betreft het veeleer een politieke keuze voor de Medische Huizen.  Het resultaat hiervan is dat zij betaald worden met hetgeen ze aan de zieken onthouden.  Het gaat duidelijk om een belangenconflict dat onverenigbaar is met de medische ethiek.

    Wat het laatste gedeelte van 11% betreft, is dit gerechtvaardigd door het feit dat niet de gehele bevolking beroep doet op de geneeskundige zorgen terwijl er in de Medische Huizen enkel echte patiënten ingeschreven zouden zijn?
    Het is ronduit onvoorstelbaar wanneer men weet dat talrijke vakbondslieden, ziekenfondsenambtenaren, de apparatsjiks van de partijen zich met hun families in de Medische Huizen inschrijven, enkel om ze te steunen, tenminste zolang ze niet ziek zijn!

    Voorts maakt het verslag melding van een snelle groei van de forfaitaire geneeskunde.
    Met 165.000 ingeschreven patiënten voor 289 artsen na een bestaan van 30 jaar en een continue promotie van de overheid voor dit systeem, zou men eerder over een mislukking kunnen spreken.  De bevolking heeft daarentegen duidelijk haar voorkeur geuit voor de gepersonaliseerde geneeskunde.

    Het verslag benadrukt de betere toegankelijkheid van de Medische Huizen omwille van het niet toepassen van het remgeld. Er wordt geen rekening gehouden met het feit dat de patiënten in het systeem worden opgesloten en niet gemakkelijk toegang krijgen tot andere zorgen door andere huisartsen, zelfs indien het Medisch Huis niet beschikbaar is, aangezien zij door het RIZIV niet terugbetaald kunnen worden,.

    Het is duidelijk dat het KCE de politieke voorkeur geeft aan de forfaitaire geneeskunde en vooral aan de Medische Huizen die eerder voor een collectivistische filosofie opteren dan voor de hippocratische principes.


    Dr. Roland LEMYE
    Voorzitter

    16/09/2008

  •  
    Deel dit bericht: 
    Deel dit bericht