Substitutie geneesmiddelen conflicteert met Patiëntenrechtenwet: Persmededeling dd. 16/03/2012

23.07.2012

Naar aanleiding van de wetswijziging dat inging op 1 maart 2012 waarbij de apotheker het door de arts voorgeschreven geneesmiddel moet vervangen door het minst dure geneesmiddel, stellen we reeds een affiche ter beschikking om in uw wachtkamer op te hangen. Klik hier om deze affiche te downloaden.
De BVAS merkt in onderstaand schrijven op aan de Minister van Volksgezondheid, de Algemene Pharmaceutische Bond (APB) en de partijvoorzitters dat in het kader van de subsitutie van geneesmiddelen het recht van de patiënt om zijn wil te uiten hen ontgaan is.

Geachte Collegae,

De BVAS heeft doen opmerken dat in verband met de substitutie van geneesmiddelen zowel de politici als de verbruikersverenigingen totaal zijn voorbijgegaan aan het recht dat de patiënten hebben om hun wil te uiten. Die miskenning is in tegenspraak met artikel 8 van de wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002.

Dit artikel geeft de patiënten het recht zelf te beslissen over de behandeling die hen wordt voorgesteld. Die behandeling kan nooit eenzijdig door de arts worden opgelegd, laat staan door de apotheker. Vermits die wet niet werd opgeheven, is zij dwingend zowel voor de apotheker als voor de arts die een behandeling wil instellen.

De patiënt heeft dus het recht de apotheker elke substitutie te verbieden met als enige opgave van reden dat hij geen substitutie wil omdat hij het recht heeft om om het even
welke behandeling te weigeren.

De BVAS wacht geïnteresseerd een politieke verklaring af die dit recht van de patiënt betwist en die de apothekers er van ontslaat die wet na te leven.

Met de meeste hoogachting en collegiale groet,

Dr. Roland LEMYE, ondervoorzitter BVAS

Dr. Marc MOENS, voorzitter BVAS

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht