Verlenging experiment beschikbaarheid huisartsen

16.04.2010


De Nationale Commisie Geneesheren-Ziekenfondsen heeft beslist het experiment beschikbaarheid huisartsen (wachtdienst en permanentie) te verlengen tot 31 december 2010 en zal zich op basis van de verzamelde informatie in het kader van dit experiment en de analyse die ervan zal gemaakt worden op het einde van het jaar definitief uitspreken over de toekomst van deze maatregel.

Om de beschikbaarheid van de huisartsen te stimuleren heeft BVAS in het vorig akkoord geneesheren-ziekenfondsen 2008 een bijkomend ereloon bekomen. Sinds 1 juli 2008 is bij wijze van experiment een verhoging van € 2,11
(2010) van de avondraadpleging uitgevoerd. Alle huisartsen, ingeschreven bij een wachtdienst, kunnen deze verhoging aanrekenen.

Uitbreiding van de beschikbaarheidshonoraria
De huisartsenkring kan de weekwacht vanaf 19u laten starten. In dit geval zal de verplichte ziekteverzekering beschikbaarheidshonoraria van € 5,66 (2010)
per uur betalen aan de huisartsen met wachtdienst vanaf 19 uur in plaats van 20 uur.

Wachttoeslag van € 2,11 :

  • Voor raadplegingen tussen 19u en 21u
  • Wanneer de huisarts effectief van wacht is
  • Via het pseudocodenummer 101091 kan de huisarts de wachttoeslag aanrekenen.
    • De code van de wachttoeslag mag NIET samen met de permanentietoeslag aangerekend worden.
    • De wachttoeslag mag daarentegen WEL samen met de codes 101076, 101032 en 101010 aangerekend worden
  • De patiënt zal deze verhoging volledig terugbetaald krijgen.


Permanentietoeslag van € 2,11 :
Complementair met bovenvermelde maatregel wordt de permanentie de de huisarts aanbiedt voor avondraadplegingen in zijn eigen praktijk gehonoreerd met een permanentietoeslag.

  • Voor raadplegingen tussen 18u en 21.
  • De raadpleging moet gebeuren in de eigen praktijk.
  • De huisarts moet ingeschreven zijn in een wachtdienst, m.a.w. :
    • ofwel is de huisarts beschikbaar voor deelname aan de wachtdienst
    • ofwel beschikt de huisarts over een vrijstelling, verleend door de huisartsenkring.
  • Via het pseudocodenummer 101113 mag de huisarts de permanentietoeslag aanrekenen.
    • De code van de permanentietoeslag mag NIET samen met de wachttoeslag aangerekend worden.
    • De permanentietoeslag mag daarentegen WEL samen met de codes 101076 en 101032 aangerekend worden.
    • De patiënt krijgt de toeslag volledig terugbetaald, indien :
      • de patiënt een GMD heeft op de dag dat de permanentietoeslag wordt aangerekend;
      • de patiënt moet de huisarts raadplegen die toegang heeft tot zijn GMD :
      • d.i. de huisarts die het GMD beheert;
      • of een andere huisarts die middels het vermelden van de letter G en het RIZIV-identificatienummer van de GMD-beheerder aangeeft dat hij toegang heeft gehad tot de gegevens van het GMD.
 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht