Voorontwerp van wet met betrekking tot de schorsing van een arts (Persbericht BVAS dd. 21/10/2013)

31.10.2013


Sneller optreden tegen artsen die manifest in de fout gaan is een goede zaak, maar de rechten van de verdediging moeten gegarandeerd blijven en willekeur vermeden.

Vorige vrijdag heeft de Ministerraad een nota van het Kabinet van Sociale Zaken goedgekeurd met een voorstel tot schorsing van artsen in extreme hoogdringendheid in geval van dreigend gevaar voor de patiënt.

Het is belangrijk dat de gevaarvormende arts wordt gestraft of in de onmogelijkheid wordt gebracht om nog verder schade te berokkenen wanneer er een reëel risico bestaat.

Deze materie behoort tot op heden tot de bevoegdheid van de Orde van artsen en van de Provinciale Geneeskundige Commissies, maar vergt lange procedures en deskundigenrapporten. De ministerraad zou deze nieuwe procedure exclusief willen toevertrouwen aan de Provinciale Geneeskundige Commissies en niet langer aan de provinciale raden van de Orde der artsen.

Het ontwerp beoogt een bescherming door middel van een schorsing die bij hoogdringendheid wordt beslist, in afwachting van een uitspraak die later zal worden getroffen in zaken van verdenking van pedofilie, verkrachting, enz. .… .

Het probleem met dergelijke tijdelijke maatregelen is dat verkeerd gebruik ervan moet worden uitgesloten en dat er dus garanties en eventuele schadevergoedingen moeten worden voorzien indien zo een tijdelijke maatregel werd genomen op basis van klachten of beschuldigingen die later ongegrond blijken.

Over dit punt maakt de BVAS zich zorgen en wil ze ongegronde excessen voorkomen.

Het vermoeden van onschuld en de bescherming van iemands reputatie zijn fundamentele waarden die verdedigd moeten worden samen met de bescherming van de patiënt tegenover ernstige bedreigingen.

Dr. Marc MOENS, ondervoorzitter BVAS
Dr. Roland LEMYE, voorzitter BVAS

Klik hier om de juridische analyse van de BVAS over het voorontwerp procedure spoedschorsing te raadplegen.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht