Memorandum BVAS + reacties

22.07.2008

Hieronder kan u het memorandum nalezen dat de BVAS aan de politieke partijen heeft overhandigd met het oog op regeringsonderhandelingen na de verkiezingen van 10 juni 2007.

Reacties op het memorandum van de BVAS kan u hier tevens downloaden:
Open VLD - Spirit - cdH - MR


Brussel, 7 mei 2007

Aan de partijvoorzitters

Mevrouw de Voorzitter,
Mijnheer de Voorzitter,

Met het oog op de komende verkiezingen en de er mee gepaard gaande onderhandelingen om een regering te vormen, wenst de BVAS
- U zijn standpunt over te maken betreffende de omstreden problemen die aanleiding hebben gegeven tot maatregelen of die er aanleiding zullen toe geven maar die in ieder geval nog kunnen evolueren;
- de standpunten te kennen die uw partij ten aanzien van deze problemen zal innemen.
- U er aan te herinneren dat de BVAS het meerderheidsartsensyndicaat bij uitstek is, dat met ruime voorsprong de medische verkiezingen heeft gewonnen en dat alle artsen van het land vertegenwoordigt, zowel huisartsen als specialisten, zowel Nederlandstaligen als Franstaligen.

1° De groei van de uitgaven: niet enkel een kost
Wij menen dat de groeinorm niet mag worden verminderd, niettegenstaande het feit dat er een begrotingsevenwicht werd bereikt en dat de minister van Sociale Zaken er is in geslaagd de toegankelijkheid tot de zorgen te verhogen ondermeer door invoering van het OMNIO-systeem. Dit is hem gelukt door de zorg te rantsoeneren, in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen, en door een systeem van dwangmaatregelen tegenover het geneesherencorps, dat ons inziens onmogelijk kan worden behouden, laat staan uitgebreid.
De uitgavenstijging is zowel te wijten aan gewettigde als onvermijdelijke factoren zoals de vergrijzing van de bevolking, de nieuwe technologieën, de groei van de behoeften, het beleid inzake de geneeskundige risico’s, de sociale akkoorden, het noodzakelijk optimaliseren van de toegankelijkheid van de zorgen en de stijging van het aantal chronische zieken. Deze toename van de uitgaven mag niet alleen als een kost worden beschouwd maar dient tevens te worden aanzien als een investering. Gezondheid draagt bij tot de rijkdom van een land en is vanuit een economisch standpunt een positieve factor. De gezondheidszorg biedt overigens werkgelegenheid aan een belangrijk deel van de werkende bevolking van het land (ongeveer 10%) en, op het niveau van de Staat, worden de uitgaven grotendeels gecompenseerd door de belastingen, de taksen en de sociale bijdragen die door deze beroepsbeoefenaars worden betaald, ondermeer door de artsen.
De politieke beloften gaan in de richting van de kosteloosheid van de zorgen. Maar deze kosteloosheid dient te worden gefinancierd door budgetten en niet door de beperking van de zorgen, noch door de vermindering van de honorering van de verstrekkers.

WIJ EISEN DUS HET BEHOUD VAN DE GROEINORM VAN 4,5%;
WAT IS HET STANDPUNT VAN UW PARTIJ TEN OPZICHTE VAN DEZE GROEINORM? 1

2°.1. Het respect voor de akkoorden Geneesheren-Ziekenfondsen
De akkoorden Geneesheren-Ziekenfondsen dienen te worden geëerbiedigd en de partners van dit akkoord moeten blijven beschikken over hun gamma van bevoegdheden. De akkoorden Geneesheren-Ziekenfondsen zoals zij zijn ontstaan uit de St.-Jansakkoorden in 1964 hebben sinds meer dan 40 jaar hun gegrondheid bewezen. Zij hebben de harmonieuze co-existentie mogelijke gemaakt van een sociale financiering van de gezondheidszorg met een liberale praktijk, die garant staat voor zowel de kwaliteit van de zorg als voor de naleving van de principes van medische ethiek, Deze akkoorden zijn gebaseerd op het engagement van minstens 60% van de artsen om de honoraria te eerbiedigen die voortvloeien uit deze akkoorden,.
Deze honoraria worden hoe langer hoe meer bepaald in functie van wat de financiers van het systeem kunnen of willen betalen en laten toe dat alle patiënten toegang hebben tot alle zorgen. Sinds 1993 heeft de Wet Moureau deze tariefakkoorden omgezet in budgettaire akkoorden. De begrotingsoverschrijdingen kunnen immers correctiemaatregelen tot gevolg hebben. In 2004 heeft de minister ons unilateraal de index ontstolen en in 2005 heeft hij de index gedeeltelijk bevroren, terwijl de artsen wel degelijk aan de voorwaarden van het akkoord hadden voldaan.
Het is duidelijk dat in deze omstandigheden dit akkoordensysteem ernstig wordt gehypothekeerd en dat een akkoord voor 2008 en de volgende jaren slechts denkbaar is met inachtneming van de bevoegdheden en de wensen van de partners van het akkoord en door middel van garanties die toelaten, in geval van eenzijdige wijziging, uit het akkoord te stappen. De BVAS wenst er aan te herinneren dat dit akkoordensysteem borg staat voor sociale vrede met de artsen en voor het toepassen van sociale honoraria die de gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk maken.

WIJ EISEN HET RESPECT VOOR DE BEVOEGDHEDEN VAN DE COMMISSIE GENEESHEREN-ZIEKENFONDSEN, HET RESPECT VOOR DE AFGESLOTEN AKKOORDEN EN HET RECHT VOOR DE GECONVENTIONEERDE ARTSEN OM UIT HET AKKOORD TE STAPPEN INDIEN DE BEPALINGEN ERVAN UNILATERAAL WORDEN GEWIJZIGD. WIJ BENADRUKKEN DAT DE INDEX EEN RECHT IS WAAR GEEN BESLAG KAN WORDEN OP GELEGD.
VERBINDT UW PARTIJ ER ZICH TOE DEZE RECHTEN TE RESPECTEREN?

2°.2 Leefbaarheid van de akkoorden
De akkoorden geneesheren-ziekenfondsen zijn enkel aanvaardbaar indien de artsen het recht behouden om deze akkoorden te weigeren en om hun honoraria vrij te bepalen in bepaalde omstandigheden, met inachtneming van de ethische regels en de situatie van de patiënt.
Het betreft hier geen supplementen zoals sommigen laten uitschijnen, maar wel gewettigde honoraria die, buiten de sociale verplichtingen, rekening houden met de waarde van de uitgevoerde verstrekking, de jarenlange opleiding, de verantwoordelijkheid en de beschikbaarheid van de arts, de moeilijkheidsgraad van zijn werk en de eisen van de patiënt. De kinderartsen werden onterecht slachtoffer van discriminatie ondanks een overeenkomst met de minister. Deze discriminatie dient te worden rechtgezet om de voorwaarden, noodzakelijk voor de onderhandeling over een nieuw akkoord, te herstellen.

ELKE VERDERZETTING IN DE RICHTING VAN EEN NIEUWE BEPERKING, ONGEACHT OF ZE GERICHT IS TEGEN KINDERARTSEN OF TEGEN OM HET EVEN WELKE ANDERE DISCIPLINE BETEKENT HET EINDE VAN HET AKKOORDENSYSTEEM, MET ALLE GEVAREN VAN DIEN VOOR ALLE PARTIJEN.

2°. 3
. De inhoud van de akkoorden
De inhoud van de akkoorden is vastgelegd in de gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering en uitkeringen van 1994 : “de akkoorden stellen de honoraria vast van de artsen en bepalen voorwaarden inzake tijd, plaats, bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden waarin die honoraria mogen worden overschreden”.
Los hiervan en op volledig autonome wijze is er een praktijk ontstaan waarbij de grondslagen over de honoraria zoals vastgelegd in de akkoorden ontworteld worden door de ontwikkeling van een eigen regelgeving over de honoraria binnen de ziekenhuizen in de wet op de ziekenhuizen van 7 augustus 1987.
Dit leidt tot volledig absurde situaties waarbij beide wetgevingen incoherent en tegenstrijdig worden. De recente wijzigingen aan artikel 138 van de wet op de ziekenhuizen via artikel 46 van de wet van 13 december 2006 betreffende de vrije honoraria inzake de pediatrie is zelfs voor de beste rechtsgeleerden een juridisch doolhof geworden.
Het afsluiten van het akkoord voor 2008 (en volgende jaren) kan slechts gebeurden indien teruggekeerd wordt naar de essentie van de akkoorden zoals vastgelegd in de gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering en uitkeringen van 1994. Het ontwikkelen van een parallelle wetgeving via Volksgezondheid moet afgeschaft worden.

WIJ EISEN DAT ALLEEN DE COMMISSIE GENEESHEREN-ZIEKENFONDSEN BEVOEGD IS OM DE MEDISCHE HONORARIA TE BEPALEN WAT HET SCHRAPPEN VAN ARTIKEL 138 VAN DE ZIEKENHUISWET INHOUDT. DE ALDUS VASTGELEGDE HONORARIA ZIJN DE HONORARIA VAN HET AKKOORD. ZIJ MOGEN NIET BINDEND ZIJN VOOR ARTSEN DIE HET AKKOORD WEIGEREN, NOCH VOOR ARTSEN DIE ZIJN TOEGETREDEN OP HET OGENBLIK DAT DE OMSTANDIGHEDEN VERSCHILLEND WAREN DAN DEZE VOORZIEN DOOR HET AKKOORD, NAMELIJK: EISEN INZAKE TIJD, PLAATS OF BIJZONDERE EISEN. HET RESPECT VOOR DEZE BEPALINGEN STAAT BORG VOOR DE GOEDE UITVOERING VAN HET AKKOORD. BOVENDIEN EISEN WIJ DAT DE BELOFTEN VAN DE VORIGE REGERING TEGENOVER DE KINDERARTSEN EN DE GECONVENTIONEERDE ARTSEN WERKZAAM OP DE KINDERAFDELINGEN WORDEN NAGELEEFD.
TENSLOTTE, KUNNEN WIJ NIET TOESTAAN DAT EEN DEEL VAN DE ZIEKENHUISHERFINANCIERING ZOU WORDEN GELINKT AAN HUN VERBINTENIS OM GEEN ENKEL SUPPLMENT TE VRAGEN IN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE OF TWEEPERSOONSKAMER. DE ZIEKENHUIZEN MOETEN RECHTVAARDIG WORDEN BEHANDELD.
HOE STAAT UW PARTIJ TEGENOVER DEZE PROBLEMEN ?

3°Terugbetalingscriteria voor geneesmiddelen: een middel tot rationering
De voorschrijvende artsen kunnen niet aanvaarden om nog langer belast te worden met het rantsoeneren van geneesmiddelen voor hun patiënten, zoals dit momenteel het geval is voor de geneesmiddelen van hoofdstuk II, m.a.w. deze waarvan de controle achteraf plaatsvindt.
De terugbetalingscriteria zijn helemaal geen criteria van goede praktijk.
Daarenboven zal elke efficiënte en up-to-date praktijk regelmatig geneesmiddelen voorschrijven buiten de aanbevelingen van de bijsluiter en deze mogelijkheid dient, in het belang van de patiënt, te blijven bestaan.
De BVAS betwist niet het recht van de sociale zekerheid om niet alles terug te betalen, maar ze weigert de verwarring in de rol die dit meebrengt. Het is de adviserend-geneesheer van de ziekenfondsen die dient te beslissen of een patiënt al dan niet moet worden terugbetaald. Het is zijn verantwoordelijkheid. Bovendien weigert de BVAS de juridische onzekerheid waaraan de voorschrijvers worden blootgesteld door dit systeem.

WIJ EISEN DE OPHEFFING VAN HOOFDSTUK II. DE AANBEVELINGEN VOOR GOEDE PRAKTIJK KUNNEN ENKEL WORDEN OPGEMAAKT DOOR HET BEROEP ZELF.
WELKE STELLING NEEMT UW PARTIJ TERZAKE ?

4° DGEC
Het controlesysteem van het RIZIV (DGC) werd vervangen door de DGEC (Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle). De medische evaluatie kan niet in een repressief klimaat plaatsvinden. De geneesheren-inspecteurs zijn niet alwetend en hebben nog slechts een vaag idee over de omstandigheden binnen een medische praktijk. De BVAS is bereid om alternatieve oplossingen te bespreken om de externe evaluatie op te lossen. Dit kan enkel worden uitgewerkt in een overlegsysteem met incentives maar zonder verplichtingen, bedreigingen of sancties.

DE BVAS EIST DE AFSCHAFFING VAN DE EVALUATIEROL TOEGEKEND AAN DE MEDISCHE CONTROLE.
HOE STAAT UW PARTIJ HIER TEGENOVER ?

5° Te zware administratieve rompslomp
De administratieve rompslomp ten laste van de artsen verzwaart van dag tot dag en wordt onduldbaar. De BVAS is zich terdege bewust dat het onmogelijk is om elke administratieve verplichting af te schaffen die noodzakelijk is voor de goede informatieverwerving voor het beleid inzake kwaliteitszorgen en die ook vereist is om gericht sociale voordelen ter beschikking te kunnen stellen voor diegenen die er behoefte aan hebben.. De administratieve lasten worden echter administratieve pesterijen wanneer zij de beoogde doelstellingen voorbij schieten, zij de artsen afhouden van de normaal voor hun patiënt beschikbare tijd en zij soms alleen maar het ontmoedigen van het voorschijven tot doel hebben.
De voorschrijfregels kunnen soms oplopen tot 72 pagina’s.
De voorschriften moeten onmogelijk mee te delen bijkomende gegevens bevatten, zoals de duur van de behandeling, of belachelijke gegevens, zoals het aantal pillen in het voorgeschreven doosje.

WIJ VRAGEN DE AFSCHAFFING VAN DEZE NUTTELOZE BUREAUCRATIE DIE TEN KOSTE GAAT VAN DE AAN DE PATIËNT BESTEDE TIJD.
WAT STELT UW PARTIJ VOOR OM DAT TE VERWEZENLIJKEN?

6° Onnodige voorschrijfquota’s
De BVAS eist de afschaffing van de quota's inzake het voorschrijven van geneesmiddelen. Deze zijn niet gerechtvaardigd omdat de terugbetaling van de generieke geneesmiddelen aangepast wordt in functie van een referentieprijs. Door de verplichting in te voeren om een minimumpercentage aan generieken voor te schrijven, intervenieert de minister onnodig en op onaanvaardbare wijze in de arts-patiënt relatie. Deze verplichting is echter niet zonder gevolg daar zij aan de basis ligt van verwarring en therapeutische ongevallen. Zo komt het voor bij patiënten op leeftijd en met meerdere ziektebeelden dat ze niet meer weten wat zij nemen en bij vergissing een dubbele dosis innemen: het merkproduct en het generiek of twee generieken van hetzelfde product. Het voorschrift op stofnaam (VOS) of substitutie door de apotheker leidt tot eenzelfde resultaat.
De wet die de artsen oplegt een quotum aan goedkope geneesmiddelen voor te schrijven is een schending van de rechten van de patiënten afgekondigd in 2002 en in het bijzonder van het recht tot keuze van de behandeling en van de verplichting van de artsen om hun patiënt een geïnformeerde keuze voor te leggen.

WIJ EISEN DUS DE SCHRAPPING VAN DE QUOTA. WAT ZAL UW PARTIJ HIER AAN DOEN ?

Wij stellen vast dat de “zachte” echelonnering die Minister Demottte unilateraal heeft opgelegd noch het enthousiasme van de artsen noch dat van de patiënten heeft opgewekt. Het betreft een voorbijgestreefde maatregel die enkel bijkomende administratieve lasten oplegt zonder enig voordeel.
Ze moedigt op geen enkele wijze de samenwerking tussen huisartsen en specialisten aan.
Wij menen dat deze samenwerking kan worden aangespoord door het creëren van een overleghonorarium inzake de taakverdeling en een honorarium verbonden aan de uitwisseling van pertinente gegevens voor de opvang van de patiënt binnen een bepaald tijdsbestek.

WIJ WENSEN DE AFSCHAFFING VAN DEZE “ZACHTE” ECHELONNERING EN WILLEN DAT ENKEL DE COMMISSIE GENEESHEREN-ZIEKENFONDSEN BEVOEGD IS OM DIT PROBLEEM OP TE LOSSEN.
WAT IS HET STANDPUNT VAN UW PARTIJ DIENAANGAANDE ?

WIJ HOUDEN ER AAN DAT DE INTRA-MURALE ARTS DE VRIJHEID BEWAART OM EXTRA-MURAAL PRIVE TE KUNNEN WERKEN
IS UW PARTIJ AKKOORD MET DIT STANDPUNT ?

Ondanks herhaalde beloftes en verbintenissen is de toename van de afhoudingen op de erelonen van de ziekenhuisartsen nog steeds niet opgelost.

WIJ EISEN DAT EEN BESLISSING OM PERMANENT DE AFHOUDINGEN TE BEPERKEN IN DE WET ZOU WORDEN OPGENOMEN ALSOOK EEN MEER UITGEBREIDE BEVOEGHEID VOOR DE ARTS IN HET BEHEER VAN ZIJN ZIEKENHUIS.
IS UW PARTIJ BEREID ONS GARANTIES DIENAANGAANDE TE VERSCHAFFEN ?

10°
De jonge generaties wensen niet meer al hun tijd aan hun beroepsactiviteit te besteden en reserveren een gewettigd deel voor hun privé- en familiaal leven.
Wij wensen dus dat de medische activiteit buiten de door de gehele bevolking als normaal beschouwde activiteitsuren, m.a.w. tussen 8 en 18uur, niet verplicht zouden zijn voor de arts en zouden worden beschouwd als een activiteit die aanleiding geeft tot een met minstens 20% verhoogd honorarium voor zij die bereid zijn te werken na deze uren.

WIJ WILLEN DUS EEN VERHOGING VAN DE HONORARIA VOOR VERSTREKKINGEN UITGEVOERD NA 18 UUR;
IS UW PARTIJ AKKOORD MET DIT STANDPUNT ?

11°
De artsen worden geconfronteerd met veelvuldige verplichtingen buiten hun normale activiteit die hun niet toelaten ter compensatie verlof te nemen. Zij recupereren ook de feestdagen niet die in het weekend vallen.

WIJ STELLEN VOOR DAT ZIJ ZOUDEN BESCHIKKEN OVER DEZELFDE FEESTDAGEN OF DEZELFDE RECUPERATIE VOOR DE FEESTDAGEN DIE IN HET WEEKEND VALLEN ALS IN DE OPENBARE SECTOR.
ZOU UW PARTIJ HIERMEE AKKOORD GAAN ?

12°
De dringende huisbezoeken in het bijzonder, maar ook de huisbezoeken in het algemeen worden onmogelijk in de grote steden en de agglomeraties.
Bepaalde steden of gemeenten hebben bepaalde verkeersfaciliteiten aan de huisartsen en andere gezondheidsverstrekkers toegestaan maar er bestaan geen bepalingen die het geheel van het territorium beslaan. Er bestaan ook grote verschillen naargelang de steden.

WIJ WENSEN DAT EEN FEDERALE OPLOSSING OP PUNT ZOU WORDEN GESTELD OPDAT DE ZORGVERSTREKKERS NIET MEER HET SLACHTOFFER ZOUDEN WORDEN VAN HUN TOEWIJDING.
IS UW PARTIJ BEREID EEN OPLOSING TE VINDEN ?

13
°
WIJ ZIEN GEEN ENKELE REDEN OM DE TERUGBETALING OF DE UITVOERING VAN TECHNISCHE PRESTATIES MET EEN K-WAARDE HOGER DAN 120 TE VERBIEDEN IN DE PRAKTIJKRUIMTE. DE KOSTPRIJS IS MEESTAL MINDER HOOG, HET RISICO OP NOSOCOMIALE INFECTIES IS KLEINER EN DE VEILIGHEID VAN DE UITGEVOERDE VERSTREKKING IS NIET AFHANKELIJK VAN K-WAARDE;
HOE DENKT UW PARTIJ HIEROVER ?

14° Vergoeding van de medische schade
De BVAS is steeds voorstander geweest van een systeem waarbij de patiënten, zonder het aantonen van een “fout”, op een vlotte en soepele manier zouden vergoed worden naar aanleiding van een zorgverlening.
De bespreking van het ontwerp binnen Kamer en Senaat is vliegensvlug gebeurd teneinde de eindstreep voor de ontbinding van het parlement te bereiken. Wij hebben dienaangaande voorbehoud gemaakt in verband met de opname van de nosocomiale infecties omwille van de de onduidelijke gevolgen voor de kostprijs van het systeem en omwille van de vaagheid inzake de financiering van het systeem.

DE BVAS HEEFT ZICH ACHTER DE WET BETREFFENDE DE VERGOEDING VAN SCHADE ALS GEVOLG VAN GEZONDHEISZORG GESCHAARD OP VOORWAARDE DAT DE FINANCIERING VAN HET SYSTEEM NIET AFGEWENTELD WORDT OP DE ARTSEN. DIT BETEKENT IN DE EERSTE PLAATS DAT HET HUIDIG NIVEAU VAN DE BESTAANDE ZWARE PREMIES DIE DE ARTSEN NU BETALEN IN DE NABIJE TOEKOMST NIET MAG STIJGEN. VERVOLGENS MAG DE FINANCIERING VAN HET FONDS OP GEEN ENKELE WIJZE TEN LASTE GELEGD WORDEN VAN DE BEGROTING VAN DE ARTSENHONORARIA BINNEN HET BUDGET VAN HET RIZIV.
DE BVAS MOET VOORAFGAANDELIJK BETROKKEN WORDEN BIJ DE UITVOERING VAN DE BELANGRIJKE UITVOERINGSBESLUITEN VAN DEZE WET.

De leden van het directiecomité en ikzelf wensen deze problemen samen met uw partij te bespreken, en uw antwoorden aan onze leden kenbaar te maken.

In afwachting van een antwoord uwentwege, danken wij U voor de aandacht die U aan dit schrijven wilt besteden.

Met de meeste hoogachting,


Dokter Roland LEMYE
Voorzitter

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht