Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg

13.07.2010


De nieuwe versie van de No Fault-wet – Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg – werd vandaag, 2 april 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De wet regelt de vergoeding van de schade als gevolg van gezondheidszorg, onverminderd het recht van het slachtoffer of zijn rechthebbenden om, de vergoeding van zijn schade voor de hoven en rechtbanken te vorderen.

A. Gedekte schade
B. Fonds voor de medische ongevallen
C. Inwerkingtreding

A. Gedekte schade
Deze wet is van toepassing op schade veroorzaakt door een feit dat dateert van na 2 april 2010.

De schade die gedekt wordt, is de schade die haar oorzaak vindt in een verstrekking van gezondheidszorg en die voortvloeit uit :
- ofwel een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van een zorgverlener
- ofwel een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, dit is een ongeval dat verband houdt met een verstrekking van gezondheidszorg dat geen aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener, dat niet voortvloeit uit de toestand van de patiënt en dat voor de patiënt abnormale schade met zich meebrengt. De schade is abnormaal wanneer ze zich niet had moeten voordoen rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap, de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie. Therapeutisch falen en een verkeerde diagnose zonder fout zijn geen medisch ongeval zonder aansprakelijkheid.

Valt buiten de wet, de schade die het gevolg is van een experiment in de zin van de Wet van 7 mei 2004 en esthetische ingrepen die niet terugbetaalbaar zijn door de Ziv.
Het slachtoffer van schade als gevolg van gezondheidszorg kan niet meer dan één keer worden vergoed voor dezelfde schade door een beroep te doen op de procedure voor het Fonds en de gerechtelijke weg of door een beroep te doen op die procedure na reeds in der minne voor die schade te zijn vergoed.

B. Fonds voor de medische ongevallen
Het Fonds voor de medische ongevallen is een instelling van openbaar nut. In de raad van bestuur zetelen vertegenwoordigers van de overheid (4), de werkgevers en zelfstandigen (4), de werknemers (4), de ziekenfondsen (4), de beroepsbeoefenaars, waaronder minstens drie artsen (5), de verzorgingsinstellingen, waaronder minstens een geneesheer-hygiënist (3), de patiënten (4) en twee professoren gespecialiseerd in medisch recht.

Het Fonds is ermee belast :

1. Te bepalen of de schade als gevolg van gezondheidszorg die de patiënt heeft geleden al dan niet aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van een zorgverlener en de ernst van de schade te beoordelen.

Daartoe kan het Fonds:

a) aan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, o.a. aan de zorgverlener, alle documenten en informatie opvragen die noodzakelijk zijn om de oorzaken, omstandigheden en gevolgen van de schade waarvoor de aanvraag is ingediend te kunnen beoordelen. De informatie moet binnen een maand bezorgd worden. Gebeurt dit niet, dan wordt een herinneringsbrief gestuurd. Indien de zorgverlener binnen de maand vanaf de kennisgeving van de herinneringsbrief niet antwoordt, is hij tgo het Fonds een forfaitaire vergoeding van 500 euro/dag verschuldigd vanaf de daaropvolgende dag, en dit tot de overzending van de gevraagde informatie, met een maximum van 30 dagen.

b) een beroep doen op gespecialiseerde beroepsbeoefenaars om een verduidelijking te krijgen omtrent een specifiek domein van gezondheidszorg, een tegensprekelijke expertise organiseren met experten.
De betrokken zorgverleners kunnen zich tijdens de procedure laten bijstaand door de persoon van hun keuze. Indien gerechtvaardigd, kan het Fonds de feiten aangeven bij de bevoegde administratieve, tuchtrechtelijke of gerechtelijke overheden.

2. vast te stellen of de burgerlijke aansprakelijkheid van de zorgverlener die de schade heeft veroorzaakt daadwerkelijk en voldoende is gedekt door een verzekering;

3. wanneer het oordeelt dat de schade voldoet aan de vereiste voorwaarden, de patiënt of zijn rechthebbenden te vergoeden.

Dit is het geval wanneer:

a) wanneer de schade is veroorzaakt door een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid

b) wanneer het Fonds oordeelt of wanneer vaststaat dat de schade is veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener, wiens burgerlijke aansprakelijkheid niet of niet voldoende is gedekt door een verzekeringsovereenkomst

c) wanneer het Fonds oordeelt dat de schade veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener en wanneer deze of zijn verzekeraar de aansprakelijkheid betwist

d) wanneer de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt van de zorgverlener die de schade heeft veroorzaakt een voorstel tot vergoeding doet dat het Fonds kennelijk ontoereikend vindt

4. wanneer het oordeelt dat de schade is veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van een zorgverlener, de zorgverlener of diens verzekeraar te verzoeken een voorstel te doen tot vergoeding van de patiënt of zijn rechthebbenden;

5. op verzoek van de patiënt (zijn rechthebbenden), van een zorgverlener of zijn verzekeraar, een bemiddeling te organiseren

6. Op vraag van de patiënt (zijn rechthebbenden) advies te verstrekken over de toereikendheid van het bedrag van de vergoeding die door de zorgverlener of zijn verzekeraar wordt voorgesteld.

C. Inwerkingtreding
Bij KB zal de datum van inwerkingtreding worden bepaald. Dit geldt niet voor het Fonds zelf, dat vanaf 12 april 2010 in werking treedt.
Vanaf 12 april zullen ook de oude wetten van 15 mei 2007 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg en met betrekking tot de regeling van de geschillen worden opgeheven.

terug

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht