Brief nav aanrekening psychiatrisch intake- en ontslagonderzoek dd. 14-07-2010

15.07.2010


Aan de geneesheren-specialisten in de psychiatrie



De DGEC heeft de voorbije weken en maanden blijkbaar in gans België een onderzoek uitgevoerd omtrent de zogenaamde onterechte aanrekening van de verstrekking 597726
en de verstrekking 597741.

Ten einde de situatie klaar en duidelijk te schetsen wordt de tekst van de desbetreffende nomenclatuursbepalingen in herinnering gebracht.


597726 "Honorarium voor het psychiatrisch intake-onderzoek met verslag voor de patiënt opgenomen op een dienst A, K, T of een Sp-psychogeriatrie van een ziekenhuis uitgevoerd door een geneesheer-specialist in de psychiatrie of in de neuropsychiatrie" met C 30

Het psychiatrisch intake-onderzoek mag eenmaal worden aangerekend tijdens de eerste week opname van een patiënt op de bedoelde dienst en omvat de bepaling en verfijning van de diagnose en behandeling via anamnese en heteroanamnese, aanvullende psychologische testen en het opstellen van een psychotherapeutisch en farmacotherapeutischbehandelingsplan.

597741 "Honorarium voor het psychiatrisch ontslag-onderzoek met verslag, voor de patiënt opgenomen op een dienst A, K, T of een Sp-psychogeriatrie van een ziekenhuis uitgevoerd door een geneesheer-specialist in de psychiatrie of in de neuropsychiatrie" met C 30

Het psychiatrisch ontslag-onderzoek mag eenmaal worden aangerekend tijdens de laatste week opname van een patiënt op de bedoelde dienst en omvat naast de omstandige weergave van de diagnose en behandeling, de psychotherapeutische conclusies en de richtlijnen voor de verdere ambulante nazorg.

Het omstandig schriftelijk verslag van de verstrekkingen 597726 en 597741(intake- en/of ontslag-onderzoek) wordt verstuurd aan de verwijzend geneesheer en bevindt zich tevens in het medisch dossier.

De verstrekkingen 597726 en 597741 mogen worden gecumuleerd met het honorarium voor toezicht.

De DGEC houdt voor dat de prestatie 597726 (intake-onderzoek) onterecht opnieuw wordt aangerekend bij de voorzetting van een hospitalisatie na een onderbreking van minder dan 30 dagen en waarbij een vorige verstrekking 597726 en/of 597741 werd aangerekend minder dan 30 dagen voordien. De DGEC stelt bovendien dat de prestatie 597741 onterecht wordt aangerekend voorafgaand aan een onderbreking van minder dan 30 dagen en waarbij een vorige verstrekking 597726 en/of 597741 werd aangerekend minder dan 30 dagen voordien.

De DGEC steunt (ten onrechte) haar tenlastelegging daarbij op de bepaling van art.25 §2 :


“a) 1° Het honorarium voor dagtoezicht dat verschuldigd is voor een bepaalde periode, wordt berekend vanaf de eerste vergoede dag opneming in een verplegingsinrichting, ongeacht de dienst of de afdeling waarin de rechthebbende aanvankelijk wordt opgenomen.
Wordt de opneming één, twee of drie dagen onderbroken, dan mag het honorarium dat is bepaald bij de aanvang van de opneming, niet opnieuw worden aangerekend."

"In de diensten K, A, T, Sp, Tp en Tf, mag na een onderbreking in de opneming van niet langer dan 30 dagen, het honorarium waarin is voorzien bij de aanvang van de opneming, niet opnieuw worden aangerekend."



De DGEC stelt in haar aangetekend schrijven naar de betrokken collega’s dat gezien de bepalingen van art. 25 §2 een hospitalisatieperiode in een K, A, T, Sp, Tp en Tf
dienst niet wordt beëindigd als een opname niet langer van 30 dagen wordt onderbroken.

De DGEC verliest hierbij gemakshalve uit het oog dat art. 25§2 uitsluitend betrekking heeft op het verschuldigde honorarium voor dagtoezicht. Bij een onderbreking van minder dan 30 dagen heeft dit alleen tot gevolg dat in casu het honorarium voor dagtoezicht meteen op het niveau valt van de 13de dag, en dat
het dagtoezicht zoals voorzien voor de eerste 12 dagen niet
mag aangerekend worden.

Men vraagt zich trouwens af of het medisch gezien rationeel zou zijn de psychische toestand van de patiënt bij een heropname na minder dan 30 dagen ipso facto als identiek te beschouwen aan deze bij de aanvang van de eerste opname. Vermits een heropname noodzakelijk is gaat het duidelijk om een complexe problematiek.

Bovendien is het in elk geval onjuist om te stellen dat het ontslagonderzoek niet zou mogen aangerekend worden na een tweede opname ook al vindt deze heropname plaats binnen de 30 dagen na een eerste hospitalisatieperiode. De DGEC stelt ten onterechte dat bij een heropname minder dan 30 dagen na een eerste ontslag uit het ziekenhuis, de hospitalisatieperiode niet wordt beëindigd. De DGEC interpreteert hier niet alleen de nomenclatuur maar gaat nog een stap verder en maakt een toevoeging aan de nomenclatuur.

Het VBS en de BVAS raden dus alle collega’s ten stelligste aan om niet in te gaan op de vraag van de DGEC om vrijwillig over te gaan tot de terugbetaling van de zogenaamde onterechte aangerekende prestaties.

Dr. J.L. DEMEERE, Voorzitter VBS
Dr. M. MOENS, Voorzitter BVAS

Bent u reeds overgegaan tot de terugbetaling van deze prestaties, dan vindt u hier een modelbrief om deze betaling terug te vorderen.

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht