Studie KCE mbt de berekening van de "kostprijs" van artsen-specialisten dd. 06/07/2011

04.10.2011


Aan de voorzitters van de Medische Raden

Het bestuur van de BVAS heeft vernomen dat diverse ziekenhuizen op de hoogte zijn gebracht van bovenvermelde studie over de berekening van de kostprijs van artsen binnen de ziekenhuizen die het KCE heeft gegund aan Deloitte Consulting. Deze informatie aan de ziekenhuizen werd vergezeld van een brief van de BVAS die als „aanbevelingsbrief‟ werd omschreven.

De BVAS wenst vooreerst te benadrukken dat de brief dd. 11.08.2010 die gericht werd aan Dr. Raf Mertens, algemeen directeur van het KCE, louter de bedoeling had de BVAS te betrekken bij dit onderzoek, en niet om zonder medeweten en zonder toestemming van de ondertekenaar – Dr. M. Moens – als “aanbevelingsbrief” gestuurd te worden aan de ziekenhuizen.

Daarenboven blijkt na inzage in de begeleidende nota en projectfiche dat de voorliggende studie veel verder gaat dan oorspronkelijk werd voorgehouden. De BVAS wil u dan ook attent maken op een aantal mogelijke juridische problemen. Het KCE en Deloitte Consulting werden hiervan eveneens op de hoogte gebracht. Het is vooreerst ontoelaatbaar dat ziekenhuizen die de geadresseerden zijn van deze bevraging financiële gegevens zouden meedelen aan Deloitte, zonder de ziekenhuisartsen – met name de Medische Raden – hierover te consulteren én hun akkoord te verkrijgen, in het bijzonder vooraleer de gegevens meegedeeld worden aan Deloitte Consulting. Het staat nu vast dat er wordt overgegaan tot een verwerking van privacygevoelige gegevens, waarvoor de toestemming van de betrokkenen moet verkregen worden op basis van de Privacywetgeving van 8 december 1997.

Indien de Medische Raad van uw ziekenhuis een positief advies over deze bevraging zou geven, dan dient men bovendien rekening te houden met het advies van de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren waarin gesteld werd dat het mededelen van persoonsgebonden cijfers in verband met de honorering (in casu bruto- en netto-erelonen) een persoonlijke aangelegenheid is en derhalve niet in openbare vergadering mag bekend gemaakt worden. Mutatis mutandis, mogen we besluiten dat ook het meedelen van deze gegevens aan Deloitte Consulting om gebruikt te worden in een studie, die publiekelijk zal worden gemaakt, mogelijks op deontologische bezwaren stuit.

Deze geheimhoudingsplicht van financiële gegevens door de Medische Raad werd overigens ook wettelijk verankerd. Artikel 4 van het KB van 18 december 2001 tot uitvoering van artikel 128bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 verplicht de Medische Raad de vertrouwelijkheid van de gegevens die hem werden overgemaakt te respecteren. Hij mag ze in geen geval buiten de Medische Raad verspreiden.

Dezelfde geheimhoudingsplicht is bovendien ook van toepassing op de ziekenhuisbeheerder. Artikel 92 van de ziekenhuiswetgeving van 10 juli 2008 stelt: “De beheerder van het ziekenhuis moet aan de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, volgens de door de Koning vastgestelde regels en binnen de termijn die Hij bepaalt, mededeling doen van de financiële toestand, de bedrijfsuitkomsten, het in artikel 88 bedoelde verslag, alle statistische gegevens die met zijn inrichting en met de medische activiteiten verband houden, alsmede de identiteit van de directeur en/of van de voor de bovengenoemde mededelingen verantwoordelijke persoon of personen. De in het eerste lid bedoelde gegevens die verband houden met de medische activiteiten mogen geen gegevens bevatten die de natuurlijke persoon waarop ze betrekking hebben rechtstreeks identificeren. Er mogen geen handelingen worden verricht die erop gericht zijn om deze gegevens in verband te brengen met de geïdentificeerde natuurlijke persoon waarop ze betrekking hebben, tenzij deze nodig zijn om de ambtenaren aangestelden of adviserend geneesheren aangewezen in artikel 127 de waarachtigheid van de medegedeelde gegevens te laten nagaan”. Hieruit moet klaar en duidelijk geconcludeerd worden dat de overdracht van gegevens slechts binnen een bepaalde finaliteit en context mogelijk is en dat er geen identificatie van natuurlijke personen mogelijk mag zijn. Daar waar artikel 92 zich uitspreekt over de wettelijke overdracht tussen het ziekenhuis en FOD Volksgezondheid ontbreekt de wettelijke context inzake overdracht van gegevens tussen het ziekenhuis/de Medische Raad en Deloitte Consulting.

Het KB van 18.12.2001 verwijst overigens in zijn artikel 1 naar de gegevens die door de beheerder moeten meegedeeld worden aan de Medische Raad en die vastgelegd zijn in het KB van 27.11.1973 houdende reglementering van de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de ondernemingsraden. In artikel 36 van het KB van 27.11.1973 wordt het beroepsgeheim uitgebreid tot de deskundigen. Wat betekent dat Deloitte Consulting ook gebonden is aan de geheimhouding en deze gegevens niet mag gebruiken buiten het ziekenhuis.
Het overmaken van financiële gegevens aan Deloitte Consulting in het kader van deze studie, stuit mogelijks op een aantal deontologische en juridische obstakels.

De BVAS volgt deze zaak uiteraard op de voet op en zal niet nalaten u hierover verder te informeren.

Met collegiale hoogachting,

Dr. Rudi Van Driessche
Voorzitter Vlaams Artsensyndicaat Afd. Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant

Dr. Marc Moens
Voorzitter BVAS

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht