“Zeldzame ziekten” – ziekenhuisfunctie, referentiecentra, netwerken

26.08.2014

In uitvoering van het “Plan Zeldzame Ziekten” van Minister Onkelinx werden onlangs verschillende KB's in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dit plan zal uiteindelijk de kennis, informatie en bewustwording over zeldzame aandoeningen verhogen.

In december 2013 publiceerde het kabinet van Minister Onkelinx het “Plan Zeldzame Ziekten”. Dit plan ambieert een billijke en rechtvaardige toegang tot gepaste diagnose en gespecialiseerde, up-to-date en multidisciplinaire zorg, opgebouwd en georganiseerd in multilevel-netwerken, met als uiteindelijk doel de levenskwaliteit van de patiënten op peil te brengen en de kennis, informatie en bewustwording over zeldzame aandoeningen te verhogen.

In dit kader werden op 8 augustus enkele koninklijke besluiten gepubliceerd betreffende de functie, referentiecentra en het netwerk “zeldzame ziekten”

De Europese Unie definieert de “zeldzame ziekten” als aandoeningen met een prevalentie van minder dan 1 persoon op 2.000. Het Orphanet-portaal (www.orpha.net) is een bron aan informatie betreffende deze zeldzame ziekten en de weesgeneesmiddelen. Dit portaal biedt o.m. een inventaris aan, een classificatie van zo’n 6000 zeldzame ziektes, een encyclopedie met wetenschappelijke verslagen en andere documenten m.b.t. ongeveer 3.000 zeldzame ziektes, waarbij ook wordt verwezen naar andere betrouwbare bronnen. 

Functie ‘zeldzame ziekten’

Ziekenhuizen kunnen een functie ‘zeldzame ziekten’ opzetten. Deze functie omvat de interdisciplinaire diagnose, behandeling en de opvolging van patiënten met een zeldzame ziekte, zijnde een ziekte met een levensbedreigend en/of chronisch invaliderend karakter met een prevalentie van minder dan 5/10.000 inwoners. Deze functie richt zich op een of meerdere zeldzame ziekten en/of op een of meerdere groepen van zeldzame zieken.

De functie ‘zeldzame ziekten’ werd toegevoegd aan de lijst met medisch-technische diensten en functies die de interne en externe evaluatie van de medische activiteit moeten uitvoeren.  Het college voor menselijke erfelijkheid en zeldzame ziekten is samengesteld uit een Afdeling menselijke erfelijkheid en een Afdeling zeldzame ziekten.

Elke afdeling is samengesteld uit artsen waarvan de deskundigheid inzake menselijke erfelijkheid of zeldzame ziekten, algemene erkend is door diegenen die de betrokken medische praktijk daadwerkelijk uitoefenen. 

De functie ‘zeldzame ziekten’ moet voldoen aan bepaalde normen om erkend te worden en erkend te blijven. 

Medische omkadering

Het ziekenhuis moet beschikken over:

  • een functie voor intensieve zorg;
  • een functie ‘gespecialiseerde spoedgevallenzorg’;
  • een centrum voor menselijke erfelijkheid;
    ter info: een centrum voor menselijke erfelijkheid mag niet worden geëxploiteerd zonder erkend te zijn door de Minister van Volksgezondheid. Het centrum voor menselijke erfelijkheid moet opgericht zijn en functioneren in het kader van een universitair ziekenhuis dat afhangt van een Belgisch universiteit die een volledige medische opleiding verstrekt. Deze centra functioneren binnen het ziekenhuis als afzonderlijke poliklinische dienst en beschikt over een eigen infrastructuur en uitrustig. Per universiteit mag slechts één centrum voor menselijke erfelijkheid worden erkend (KB 14 december 1987 houdende vaststelling van de normen waaraan de centra voor menselijke erfelijkheid moeten voldoen)
  • een ziekenhuisapotheek met activiteiten van klinische farmacie;
  • faciliteiten van medische beeldvorming;
  • een laboratorium voor klinische biologie dat 7 dagen op 7, 24u op 24u, beschikbaar is voor het uitvoeren van bijzondere testen;
  • een laboratorium voor pathologische anatomie;
  • een biobank die een juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft met minstens één internationaal netwerk. 

 

Wanneer in een gewest slechts één functie ‘zeldzame ziekten’ kan erkend worden doordat enkel één ziekenhuis binnen het gewest beschikt over een erkend centrum voor menselijke erfelijkheid, kan in dat gewest toch nog een tweede functie ‘zeldzame ziekten’ erkend worden. Het ziekenhuis zonder eigen centrum voor menselijke erfelijkheid moet dan wel een juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband hebben met een erkend centrum voor menselijke erfelijkheid. 

Personeelsomkadering

De functie ‘zeldzame ziekten’ beschikt over een multidisciplinair team bestaande uit minstens:

  • een pediater en een internist met ervaring in de zeldzame ziekte of de groep van zeldzame ziekten;
  • de nodige verpleegkundige, paramedische en psychosociale omkadering.

 

In het multidisciplinair team zit ook een klinisch geneticus. Deze staat in voor de diagnosestelling en de genetisch counseling van de patiënt en eventueel zijn familieleden. Onder deze klinisch geneticus wordt verstaan een arts die, na zijn basisopleiding, een specifieke voltijdse opleiding van vijf jaar heeft gevolgd in een Belgisch of buitenlands centrum voor menselijke erfelijkheid. 

Onder de leden van het multidisciplinair team wordt met het oog op de coördinatie van de behandeling en opvolging van de patiënt gedurende elke levensfase, een coördinator aangesteld.

Tevens moet het team beschikken over een geneesheer-diensthoofd met bewezen ervaring op het vlak van wetenschappelijk onderzoek. Die ervaring kan bewezen worden aan de hand van wetenschappelijk publicaties en een minimumscore van 15 binnen de Hirsch-index.

De functie beschikt over een multidisciplinaire commissie voor zeldzame ziekten, waarin minstens één vertegenwoordiger van elk multidisciplinaire team in zetelt. Deze commissie ontwikkelt een meerjarenplan over de functie. Ze werkt een lijst van zeldzame ziekten uit waarop de functie zich richt. Tot slot stelt de commissie ook een strategie voor wetenschappelijk onderzoek op en werkt initiatieven rond opleiding en bijscholing uit.

De functie organiseert wetenschappelijk onderzoek op het vlak van zeldzame ziekten. 

Regelmatig worden er opleidingen en bijscholingen georganiseerd, zowel voor de zorgverstrekkers als de wetenschappelijke medewerkers.

De functie kan een juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst afsluiten met een ziekenhuis dat niet beschikt over een erkende functie ‘zeldzame ziekten’, maar dat wel de interdisciplinaire diagnose, behandeling en opvolging van patiënten met een zeldzame ziekte verzekert. Deze samenwerkingsovereenkomst maakt de nodige afspraken opdat in vernoemd ziekenhuis de nodige kwaliteitsgaranties worden geboden op het vlak van diagnose, behandeling en opvolging van zeldzame ziekten. 

De functie moet deelnemen aan minstens drie netwerken ‘zeldzame ziekten’ (zie verder) die zich elk richten tot een andere zeldzame ziekte of groep zeldzame ziekten. Tevens neemt de functie deel aan Europese en internationale netwerken inzake zeldzame ziekten. 

Referentiecentra ‘zeldzame ziekten”

Deze referentiecentra kunnen ook “expertisecentra” worden genoemd.

Een functie ‘zeldzame ziekten’ kan worden aangewezen als referentiecentrum ‘zeldzame ziekten’, verder ‘expertisecentrum’ genoemd, voor een welbepaalde groep van zeldzame ziekten of een welbepaalde zeldzame ziekte, indien de functie voldoet en blijft voldoen aan een aantal karakteristieken:

  1. deelnemen aan internationale netwerken specifiek op het vlak van de groep zeldzame ziekten of welbepaalde zeldzame ziekte waarvoor een aanwijzing als expertisecentrum wordt gevraagd;
  2. beschikken over geneesheer-specialisten die erkend zijn voor wat betreft hun expertise en ervaring op het vlak van de groep zeldzame ziekten of de zeldzame ziekte binnen de groep waarvoor een aanwijzing als expertisecentrum wordt gevraagd. Bedoelde ervaring wordt aangetoond aan de hand van wetenschappelijke publicaties en een score van minimum 15 binnen de Hirsch-index.
  3. andere functies op het vlak van de groep zeldzame ziekten of de zeldzame ziekte waarvoor de aanwijzing als expertisecentrum wordt gevraagd, ondersteunen en het maken van de nodige afspraken met hen in verband met verwijzing en terugverwijzing van patiënten.

 

De functie ‘zeldzame ziekte’ kan eveneens de aanwijzing als expertisecentrum aanvragen voor wat betreft de activiteiten omtrent zeldzame ziekten in het ziekenhuis waarmee ze een juridische geformaliseerd samenwerkingsverband afsloot.

Netwerk ‘zeldzame ziekten’

Het netwerk ‘zeldzame ziekten’ is gericht op het aanbieden van zorgcircuits aan patiënten met een zeldzame ziekte, in het kader van een juridisch geformaliseerd samenwerkingsovereenkomst. Het netwerk richt zich op een of andere zeldzame ziekten en/of een of meerdere groepen zeldzame ziekten.

Het netwerk biedt minstens een zorgcircuit aan dat ertoe leidt dat patiënten met een zeldzame ziekte worden behandeld en opgevolgd door de meest aangewezen functie ‘zeldzame ziekten’ of voor zover deze zijn aangeduid, het meest aangewezen expertisecentrum ‘zeldzame ziekten’.

Van het netwerk ‘zeldzame ziekten’ moeten minstens volgende zorgaanbieders deel uitmaken:

  • algemene ziekenhuizen zonder erkenning voor een functie ‘zeldzame ziekten’ of voor een expertisecentrum ‘zeldzame ziekten’;
  • ziekenhuizen met een erkende functie ‘zeldzame ziekten’;
  • ziekenhuizen met een expertisecentrum ‘zeldzame ziekten’ (voor zover als aangewezen);
  • centra menselijke erfelijkheid.

 

Ook huisartsenkringen kunnen deel uitmaken van het netwerk. Elke zorgaanbieder mag deel uitmaken van meerdere netwerken.

In elk netwerk ‘zeldzame ziekten’ wordt een coördinator aangeduid. Hij wordt belast met de organisatie en de coördinatie van de activiteiten van het netwerk ‘zeldzame ziekten’ in samenspraak met de deelnemende zorgaanbieders, zoals dit werd uitgewerkt in het juridisch geformaliseerd samenwerkingsovereenkomst.

Het netwerk ‘zeldzame ziekten’ moet beschikken over een netwerkcomité, dat bestaat  uit vertegenwoordigers van elk van de deelnemende zorgaanbieders. De opdrachten van de netwerkcomité worden opgenomen in het koninklijk besluit.

Referenties:

25 april 2014 – koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, toepasselijk worden verklaard op de functie `zeldzame ziekten' (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

25 april 2014 - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

25 april 2014 - Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, toepasselijk worden verklaard op de referentiecentra `zeldzame ziekten', ook `expertisecentra' genoemd (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

25 april 2014 - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de karakteristieken voor het aanwijzen van referentiecentra `zeldzame ziekten', `expertisecentra' genoemd, binnen de erkende functies `zeldzame ziekten' (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

25 april 2014 - Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, toepasselijk worden verklaard op het netwerk `zeldzame ziekten' (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

25 april 2014 - Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningsnormen voor het netwerk `zeldzame ziekten' (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

25 april 2014 - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen (BS 08/08/2014) – inwerkingtreding 18 augustus 2014

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht