De huisarts van wacht is meer om de patiënt bekommerd dan minister Maggie De Block

26.10.2015

Artsensyndicaten en huisartsenorganisaties reageren verbolgen over de bevriezing van het budget voor huisartsenwachtposten.

Vorige week heeft minister van Volksgezondheid Maggie De Block, zonder enig overleg met de vertegenwoordigers van de huisartsensyndicaten, haar budget 2016 voor gezondheidszorgen voorgesteld. Het budgetvoorstel werd afgewezen door de Algemene Raad van het Riziv.

Eensgezind uitten Vlaamse, Brusselse en Waalse vertegenwoordigers van artsensyndicaten en huisartsenorganisaties tijdens een gemeenschappelijke vergadering op 22 oktober hun verontwaardiging over de brutale bevriezing van een bedrag van 10,2 miljoen euro, dat nodig is voor de verdere uitbouw van huisartsenwachtposten (HWP) over het hele land, een hervorming van de huisartsenwacht als gemeenschapsdienst, die onmisbaar is voor de bevolking.

De ontwikkeling van de huisartsenwachtpost over het hele land moet een prioriteit zijn voor onze bestuurders. Het versterken van de eerstelijnsgezondheidszorg buiten de normale werkuren en het versterken van haar visibiliteit, beantwoordt aan twee doelstellingen:

  1. Het verhogen van de kwaliteit van de zorgen door de optimalisatie van de organisatie van het gezondheidssysteem alsook een betere afstemming tussen de verschillende niveaus van zorgverlening, om de best mogelijke zorgen te kunnen verstrekken op de meest aangewezen plaats, door de meest adequate zorgverstrekker en op het juiste ogenblik.
  2. De attractiviteit verhogen van het beroep van huisarts, door hem voldoende veiligheid te garanderen alsook een beter evenwicht tussen privéleven en beroepsactiviteit, via de vermindering van het vereiste aantal huisartsen met wachtdienst.

 

De maatregelen ‘De Block’ druisen volledig in tegen deze twee doelstellingen, omdat ze de spreiding van huisartsenwachtposten over het hele land tijdens de weekeinden en de avonden in de week hypothekeren.

Het triagesysteem voor patiëntenoproepen via het eenvormige oproepnummer ‘1733’, dat reeds lang en met aandrang door de huisartsen wordt geëist, kent een moeizame ontwikkeling. De verantwoordelijkheid voor de traagheid waarmee het implementeringsproces verloopt, ligt grotendeels bij onze bestuurders. De huisartsen kunnen niet wachten tot het 1733-oproepsysteem volledig is geïmplementeerd om de huisartsenwachtposten verder te ontwikkelen.

De verbittering, de ontgoocheling en de woede zijn groot bij de verenigde organisaties: het is totaal onaanvaardbaar dat een minister eenzijdig en zonder enige vorm van voorafgaand overleg een aantal gemaakte afspraken zomaar van tafel veegt. De syndicaten en huisartsenorganisaties eisen dat het fundamentele principe van overleg tussen overheid en zorgverstrekkers in ere wordt hersteld en wordt gerespecteerd. Talrijke huisartsen hebben gedurende honderden uren, vaak zonder enige vorm van vergoeding, gewerkt aan de hervorming van hun lokale wachtdienst. De opgelegde budgetbevriezing doet hun voortreffelijke werk teniet. Het risico is niet denkbeeldig dat de motivatie van deze huisartsen en hun vertrouwen in onze bestuurders voor lange tijd bekoelt.

De artsensyndicaten vragen zich ernstig af of in deze omstandigheden besprekingen voor een nieuw akkoord artsen-ziekenfondsen wel zinvol zijn als de bevoegde minister er achteraf geen rekening mee houdt.

Ondertussen is minister Maggie De Block, dankzij onze interventies, gedeeltelijk op haar beslissing teruggekomen: op vrijdag 23 oktober l.l. heeft de Ministerraad beslist om een bepaald budget te voorzien voor de financiering van de oprichting van de huisartsenwachtpost, waarvoor de aanvraag voor 12/10/2015 bij het Riziv werd ingediend.

Op 29 oktober worden de huisartsenorganisaties en de syndicaten ontvangen op het Kabinet van de Minister om er wellicht meer uitleg te krijgen. Indien deze ontmoeting niet uitmondt in een engagement voor een duidelijke ondersteuning van de snelle ontwikkeling van de huisartsenwachtdienst en in bredere zin tot een ondersteuning van de multidisciplinaire eerste lijn en haar rol in de zorg voor patiënten met een chronische pathologie, zijn verdere acties vanwege de artsen niet uitgesloten.

AADM: Dr. Peter Hoffman ABSyM: Dr. Jacques De Toeuf
ASGB en Kartel: Dr. Reinier Hueting BVAS: Dr. Marc Moens
Domus Medica: Dr. Maaike Van Overloop FAG: Dr. Guy Delrée
FAMGB: Dr. Michel de Volder GBO en MoDeS: Dr. Anne Gillet
SVH: Dr. Herman Moeremans Wachtposten Vlaanderen: Dr. Stefan Teughels

    

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht