Artsen-Ziekenfondsenakkoord 2016-2017: Het sociaal statuut en het invoeren van activiteitsdrempels

27.01.2016

Het nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen 2016-2017 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 januari 2016.

Vanaf vandaag (27.01.2016) hebt u 30 dagen tijd om al dan niet toe te treden tot het akkoord. Indien u beslist om het akkoord te volgen hoeft u geen brief op te sturen naar RIZIV. Uw weigering of uw gedeeltelijke toetreding tot het akkoord moet u wel binnen voormelde tijdspanne via aangetekend schrijven overmaken aan het RIZIV of via de daartoe voorziene RIZIV webapplicatie betekenen.

In punt 8 van het akkoord 2016-2017 wordt aan Minister De Block voorgesteld het bedrag voor de geconventioneerde arts op 4.790,23 € en voor de gedeeltelijk geconventioneerde arts op 2.259,67 € vast te leggen.

Wij wensen U op de hoogte te brengen van een nieuwigheid zijnde. Er wordt een bijkomende voorwaarde verbonden aan de toekenning van het sociaal statuut. Het Koninklijk besluit waarin deze nieuwe modaliteiten zijn uitgewerkt werd nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Wij houden eraan u hiervan op de hoogte te brengen. Uw besluitvormingsproces inzake het al dan niet toetreden tot het akkoord kan hierdoor beïnvloed worden.

Sedert 2013 zijn er gesprekken aan de gang binnen de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen omtrent de invoering van activiteitsdrempels en dit op vraag van de mutualiteiten. Sedert 2013 waren hierover al intentieprincipes opgenomen in de akkoorden artsen-ziekenfondsen. De BVAS heeft zich hiertegen altijd verzet niettegenstaande er artsen waren die jarenlang onrechtmatig genoten hebben van deze voordelen zonder te voldoen aan de nodige activiteitsvereisten. De BVAS heeft hiertegen ten gepaste tijde gereageerd zonder evenwel de situatie uit het oog te verliezen van collegae met een laag activiteitsniveau.

In het jaar waarop de aanvraag voor het sociaal statuut betrekking heeft (2016) moeten de artsen geneeskundige verstrekkingen verrichten die opgenomen zijn in de nomenclatuur en in het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag voor de sociale voordelen betrekking heeft (2014) moet er minstens een activiteitsdrempel bereikt worden van 25.000 € voor de huisartsen en voor sommige specialismen. Dit bedrag stijgt volgens het specialisme, tot een maximum van 75.000 €. Voor de groep van artsen zonder bijzondere beroepstitel, wordt de drempel eveneens op 25.000 € vastgelegd. De artsen in opleiding of diegene die minder dan 5 jaar erkend zijn moeten niet aan deze voorwaarde voldoen. U kan de lijst met de verschillende drempelwaarden hier raadplegen.

De volledig toegetreden artsen die minstens de helft van de drempel bereiken, hebben recht op het verlaagde bedrag van de sociale voordelen, nl. het bedrag voorbehouden voor gedeeltelijk toegetreden artsen. Bij het aftoetsen van deze drempelvoorwaarde worden effecten van arbeidsongeschiktheid, zwangerschapsrust of vaderschapsverlof in mindering gebracht.

Van de gedeeltelijk geconventioneerde artsen is in het Koninklijk besluit geen sprake wat betreft de verlaagde drempelactiviteit. Vermits deze artsen door het RIZIV als geconventioneerd gerepertorieerd worden, zou het logisch zijn dat de bovenstaande regels inzake de drempelactiviteit ook voor hen van toepassing zijn. Over de hoegrootheid van het overeenstemmend sociaal statuut dient allicht nog te worden gediscuteerd in de nationale commissie artsen – ziekenfondsen.

Indien u de drempel niet bereikt zal u moeten afwegen of het niet beter is om te deconventioneren en om, indien uw situatie het toelaat, uw eigen honoraria vast te stellen in plaats van de tarieven van het akkoord te volgen.

Dr. Marc MOENS, Ondervoorzitter BVAS

Dr. Jacques de TOEUF, Voorzitter BVAS

 
Deel dit bericht: 
Deel dit bericht